Introductie
Hulpmiddelen zoals een hoortoestel, armprothese of incontinentiemateriaal zijn bedoeld om praktische problemen op te lossen. Het idee is dat iemand met behulp van een hulpmiddel zo normaal mogelijk kan functioneren en kan ‘meedoen’. De praktijk is vaak ingewikkelder. Zo zorgt een cosmetische armprothese ervoor dat je er ‘normaler’ uit ziet, maar ook dat je bepaalde activiteiten, zoals het verschonen van een baby, niet (goed) kunt uitvoeren. De komst van een hoortoestel kan de communicatie met collega’s op het werk verbeteren, maar de relatie met een partner thuis onder druk zetten. En waar incontinentiemateriaal het mogelijk maakt lekkage te verhinderen, kan een luier zelf weer bron zijn van grote schaamte.
In het kader van onderzoeksprogramma Disability Studies van ZonMw, voerden Hilje van der Horst en Maartje Hoogsteyns (Wageningen University) in 2011 een onderzoek uit waarin zij stilstonden bij hoe mensen omgaan met deze ambiguïteit. Voor welke praktische, sociale en emotionele keuzes staan gebruikers van een hoortoestel, een armprothese en/of incontinentiemateriaal elke dag en hoe onderhandelen zij hierover met zichzelf? En wat kunnen bijvoorbeeld onderzoekers en zorgprofessionals op hun beurt hiervan leren? Om meer bekendheid aan de resultaten van het onderzoek te geven stelt het lectoraat Disability Studies van Kenniscentrum Zorginnovatie, een onderwijsprogramma samen.