Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Onderwijsvisie
Bij de opleidingen van Hogeschool Rotterdam voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Kenmerkend voor het onderwijs van Hogeschool Rotterdam is de aandacht voor:
- De kennisbasis van het beroep
- Handelen in de beroepspraktijk
- Je eigen professionele identiteit
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Duale werkplek
Bij de duale route volg je de eerste twee jaar het voltijdprogramma. In de laatste twee jaar werk je bij een bedrijf binnen het vakgebied bouwkunde. Dat betekent dat je in het derde en vierde studiejaar de mogelijkheid hebt de opleiding te combineren met een (betaalde) parttime baan. Je werkt dan 3 dagen en gaat 1 dag en om de week een avond naar school. Je duale leer-werktraject wordt afgesloten met een afstudeeropdracht die je uitvoert bij een bedrijf.
Keuze en begeleiding
Keuze
Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd keuzevakken. Dit biedt je de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Je zoekt zelf, in samenspraak met je opleiding, je duale werkplek voor de laatste jaren van je studie. Via een minor kun je bij veel duale opleidingen kiezen voor een specialisatie waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt. Ook kun je een peercoach krijgen: een ouderejaarsstudent die een jongerejaars begeleidt.
Studeren met een functiebeperking
Heb je een functiebeperking en heb je daarvoor aanpassingen of voorzieningen nodig, dan bieden we daarvoor verschillende mogelijkheden.
Vakken
Een indicatie van de vakken die je kunt verwachtenOnderwijsperiode 1
- Project Klein Bouwwerk
- Constructieve Modellen
- Recreatiewoning
- Schetsen Bouwkunde
- Bouwkundig CAD tekenen
- Integraal Bouwen en Presenteren
- Studieloopbaan Coaching
Onderwijsperiode 2
- Project constructie integraal
- Geluid, warmte en licht
- Detailleren v.e. woonhuis
- Gematerialiseerde schil
- Studieloopbaan Coaching
- Keuzeonderwijs of Bijspijkeronderwijs
Onderwijsperiode 3
- Project herstructurering woonwijk
- Beginnen met construeren
- Seriematige woningbouw
- Bouwkundig Modelleren
- Studieloopbaan Coaching
- Keuzeonderwijs of Bijspijkeronderwijs
Onderwijsperiode 4
- Project studenten studio
- Belasting en constructies
- Toegepaste wiskunde
- Studieloopbaan Coaching
- Keuzeonderwijs of Bijspijkeronderwijs
Onderwijsperiode 1
- Renovatie Woongebouw
- Bouwtechniek Gebouwontwerp
- Kracht en Constructie
- Werkvoorbereiding
- Installaties in Gebouwen
- Studieloopbaancoaching
Onderwijsperiode 2
- Constructie Utiliteitsbouw
- Bouwen in hout en Staal
- Total Station en Landmeten/VCA
- Bouw Informatie Modellen
- Engels voor Bouwkundigen
- MUN, alternatieve keus Engels
- Projectmanagement
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 3
- Uitvoering Bouwproject
- Natuurlijk Goed Gebouw
- Gestapelde Woningbouw
- Verkoopbrochure
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 4
- Bouwtechniek Utiliteitsbouw
- Duurzaamheid Innovatie in de Bouw
- Ontwerpen onder Hoogbouw
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 1
- Werkervaringcomp.verslag
- Workshop materialen
- Cursus actualiteiten
- Onderzoek Trans Urban
- Studieloopbaancoach
Onderwijsperiode 2
- Cursus actualiteiten
- Werkervaringcomp.verslag
- Cultureel Supplement
- Onderzoek Trans Urban
- Studieloopbaancoach
Onderwijsperiode 3
- Werkervaringcomp.verslag
- Cursus beroepsprofilering
Onderwijsperiode 4
- Werkervaringcomp.verslag
- Cursus beroepsprofilering
- Studieloopbaancoach
Onderwijsperiode 1
- Cursussen
- Werkervaringcomp.verslag
Onderwijsperiode 2
- Werkervaringcomp.verslag
- Studieloopbaancoach
Onderwijsperiode 3
- Werkervaringcomp.verslag
- Afstudeeropdracht
- Cursus actualiteiten
- Studieloopbaancoach
Onderwijsperiode 4
- Werkervaringcomp.verslag
- Afstudeeropdracht
- Cursus actualiteiten
- Studieloopbaancoach
Onderwijsvorm
Hoe is het onderwijs ingericht?- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Science (BSc) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren. Je kunt er ook voor kiezen de titel Ingenieur (ing.) vóór je naam te zetten.
Ook ontvang je bij je diploma een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Beroepen
Bouwkunde is een breed vakgebied, je kunt er allerlei interessante beroepen mee uitoefenen. Traditioneel leidt de opleiding Bouwkunde op voor beroepen bij architectenbureaus en in de aannemerij: het voorbereiden en bouwen van projecten. Daarnaast kan je aan de slag bij de constructeur, de projectontwikkelaar, de bouwfysisch adviseur (warmte, isolatie en duurzaamheid), bij tal van andere adviesbureaus en functies bij woningcorporaties.
Bekijk hieronder de uitleg van een aantal beroepen:
Je kunt aan de slag als adviseur op verschillende gebieden. Een adviseur bij een bouwfysisch bureau geeft advies op het gebied van klimaat, akoestiek en duurzaamheid. Bouwfysica wordt wel omschreven als de natuurkunde van de gebouwde omgeving. Het bepaalt onder andere het comfort van het gebouw. Een adviseur in projectontwikkeling geeft advies op het gebied van nieuwbouw en herontwikkeling voor de diverse markten van werken, wonen, recreatie, voorzieningen, infrastructuur en combinaties hiervan. De adviseur vastgoed geeft advies op het gebied van verkoop en het beheer van woningen en gebouwen. Hierbij heb je naast bouwkundig ook commercieel en financieel inzicht nodig. De adviseur woningcorporatie werkt als adviseur in het beheer en onderhoud van woningen die verhuurd worden in de sociale en vrije sector.
Een bouwkundig ontwerper/tekenaar werkt het schetsontwerp van de architect uit. De schetsen van een architect zijn niet direct bruikbaar om te bouwen. De ontwerper vertaalt schetsen van uiteenlopende projecten (bijvoorbeeld gebouwen, constructies, installaties) in technische tekeningen die wel werkbaar zijn. Van de dikte van de muren, hoogte van de ruimtes, uittekenen van gevels, alles werkt de tekenaar uit. Hij houdt bovendien rekening met bouwvoorschriften, materiaalkeuze en de wensen van de klant. Traditionele hulpmiddelen van een bouwkundig ontwerper zijn de tekentafel en tekenpen; tegenwoordig wordt veel gebruikgemaakt van tekenprogramma's zoals AutoCAD. Een tekenaar heeft veel materiaalkennis, is gedreven maar geconcentreerd, oplossingsgericht en heeft inlevingsvermogen.
Als constructeur bij een constructiebureau ontwerp je een veilige, betrouwbare en bruikbare draagconstructie (het skelet) voor een gebouw. De constructeur rekent uit of de constructie sterk genoeg is, stabiel blijft en of deze niet te veel doorbuigt. Om tot een goed skelet te komen, zal de constructeur het bouwwerk als het ware moeten uitkleden zodat alleen de dragende delen (kolommen, balken, vloeren en wanden) overblijven. Er zal een keuze in de geschikte materialen gemaakt moeten worden. Bekende materialen zijn beton, staal, hout en metselwerk. Een constructeur heeft een brede kennis van technieken en materialen en de vaardigheid om deze kennis toe te passen. Beroemde constructeurs zijn Alexandre Gustave Eiffel, James Watt en Leonardo da Vinci.
De projectleider is verantwoordelijk voor alle onderdelen van het project. Je bewaakt zowel het ontwerp als de technische aspecten van het werk dat verricht moet worden. De belangrijkste graadmeters voor de projectleider zijn de planning, financiën, kwaliteit en het personeel. Alles moet binnen de afgesproken tijd opgeleverd zijn, binnen de beraamde kosten en voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Om dit te kunnen bereiken moet je een gemotiveerd team van (project)medewerkers kunnen samenstellen. Het beroep zegt het al, je hebt leiderskwaliteiten nodig. Zo heeft een goed projectleider organisatievermogen, is besluitvaardig, communicatief sterk, kan goed overzicht houden maar moet ook vooruit denken.
Doorstuderen
Na het behalen van je bachelordiploma kun je ervoor kiezen om door te studeren door bijvoorbeeld de master Architectuur of master Stedenbouw aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst te volgen of verder te studeren aan een (technische) universiteit, zoals de TU Delft.