Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Ons onderwijs
Bij onze opleidingen voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Hierbij besteden we onder andere aandacht aan je:
- kennisbasis van het beroep
- handelen in de beroepspraktijk
- eigen professionele identiteit
- persoonlijke ontwikkeling
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Het eerste jaar
In het eerste jaar oriënteer je je op het informaticavakgebied en wordt de basis gelegd voor de rest van de studie. Je start met een programma genaamd BaseCamp. Het is een gestructureerd programma van 20 weken. De lessen vinden plaats op maandagmiddag en -avond. De toetsen kunnen ook op de woensdagmiddag zijn. Naast de lessen is de studiebelasting afhankelijk van de ervaring en kennis die je hebt. Gerekend moet worden met een minimale belasting van 16 uur
Je bestudeert zelfstandig elke week theorie en past die toe in een opdracht door het schrijven van een stukje software. Als dat lukt, weet je dat je de leerdoelen van die week hebt gehaald.
BaseCamp wordt na twintig weken afgesloten met een meesterproef – een programmeeropdracht waarin je laat zien dat je voldoende kennis hebt opgedaan – en een mondeling assessment. De tweede helft van het jaar verdiep je verder in programmeren en bouw je samen met medestudenten aan een praktijkgerichte applicatie.
Na het eerste jaar
In de hoofdfase ga je dieper in op de stof, zowel theoretisch als praktisch. Samen met je medestudenten werk je aan innovatieve projecten. Jaarlijks neemt het aandeel van de werkpraktijk toe. In het derde jaar volg je een minor en krijg je een aantal verdiepingsmodules op het gebied van software engineering en software management. In het vierde jaar werk je naar het afstuderen toe en moet je aantonen voldoende kennis en ervaring in de werkpraktijk te hebben opgedaan.
Werk en studie
Bij deze opleiding stellen we eisen aan je werkervaring en/of werksituatie. De exacte eisen vind je onder de toelatingsvoorwaarden.
Keuze en begeleiding
Keuze
Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd keuzevakken. Dit biedt je de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Via een minor in de laatste fase van je studie kun je bij de meeste deeltijdopleidingen kiezen voor een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je ook een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt.
Minors
In overleg met jou en je medestudenten wordt er een minorprogramma aangeboden. Dit jaar hebben studenten bijvoorbeeld gekozen voor Smart & Mobile.
Afstuderen
Tijdens je afstuderen ga je individueel aan de slag met een praktijkprobleem dat je aan de hand van de theorie moet analyseren en waarover je een advies moet uitbrengen.
Vakken
Een indicatie van de vakken die je kunt verwachtenOnderwijsperiode 1
- Basecamp
- Keuzeonderwijs / deficiëntie
Onderwijsperiode 2
- Basecamp
- Keuzeonderwijs / deficientie/ capita selecta
Onderwijsperiode 3
- Analyse: Object Oriented design and programming
- Project B
- Studieloopbaancoaching jaar 1
- Keuzeonderwijs / deficientie/ capita selecta
Onderwijsperiode 4
- Analyse: Object oriented design and programming
- Project B
- Studieloopbaancoaching jaar 1
- Keuzeonderwijs / deficientie/ capita selecta
Onderwijsperiode 1
- Web App. Developement
- Software Construction: Process and Tools
- Skills Semester 3
- Studieloopbaancoaching jaar 2
- Capita Selecta 1 jaar 2
Onderwijsperiode 2
- Web App. Development
- Software Construction: Process and Tools
- Skills semester 3
- Studieloopbaancoaching jaar 2
- Capita Selecta 2 jaar 2
Onderwijsperiode 3
- Development: Algoritmiek
- Analyse: Networking
- Project D
- Skills semester 4
- Studieloopbaancoaching semester 4
- Capita Selecta 3 jaar 2
Onderwijsperiode 4
- Development - Database
- Analyse - Software quality
- Project D
- Skills semester 4
- Studieloopbaancoaching jaar 2
Onderwijsperiode 1
- Minor
- Studieloopbaancoaching jaar 3
Onderwijsperiode 2
- Minor
- Studieloopbaancoaching jaar 3
Onderwijsperiode 3
- Explorative Software Development
- Studieloopbaancoaching jaar 3
Onderwijsperiode 4
- Explorative Software Development
- Studieloopbaancoaching jaar 3
Onderwijsperiode 1
- Werkpraktijk jaar 4
- Studieloopbaanbegeleiding jaar 4
Onderwijsperiode 2
- Werkpraktijk jaar 4
- Studieloopbaanbegeleiding jaar 4
Onderwijsperiode 3
- Afstuderen
- Studieloopbaanbegeleiding jaar 4
Onderwijsperiode 4
- Afstuderen
- Studieloopbaanbegeleiding jaar 4
Onderwijsvorm
Hoe is het onderwijs ingericht?- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Science (BSc) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren. Je kunt er ook voor kiezen om de titel Ingenieur (ing.) vóór je naam te zetten.
Ook ontvang je bij je diploma een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Beroepen
Met een opleiding Informatica kun je aan de slag in de ICT-branche of in een branche waar intensief gebruik wordt gemaakt van software. Beroepen die passen bij de opleiding zijn bijvoorbeeld software engineer, webprogrammeur, systeemontwerper of ICT-projectleider.
De software engineer ontwikkelt software en past hierbij principes en technieken uit computer science en engineering toe bij het ontwerpen, bouwen en testen van software. Soms stelt de software engineer ook de programmaspecificaties en de applicatiestructuur op in samenwerking met een technisch ontwerper. De software engineer voert daarnaast programmatesten uit en onderhoudt en optimaliseert de prestatiekenmerken van software.
De data engineer organiseert data voor analytische doeleinden. Denk hierbij aan data afkomstig van verschillende bronnen zoals social media of e-mails. Aan de data engineer is het de taak om deze vaak ongestructureerde data voor bedrijven te organiseren en gebruiksklaar te maken voor analyse. Verdere taken binnen de functie zijn het ontwerpen, bouwen, beveiligen en het analyseren van de data en de daarbij behorende algoritmes en modellen. Ook komt het voor dat zij binnen bedrijven worden ingezet voor het integreren van nieuwe datamanagementtechnologieën en software engineering tools in al bestaande systemen.
Als systeemanalist ben je verantwoordelijk voor het analyseren van een systeem. Vervolgens kom je met een voorstel voor een ontwerp. Je schrijft verbetervoorstellen voor aanpassingen aan systemen en bereidt deze ook voor. Jij begeleidt processen, ICT projecten en hardware. Ook leg je dit vast in documenten.
Een webprogrammeur is iemand die de technische kant van complexe websites verzorgt. De webprogrammeur ontwikkelt het back-end en zorgt voor de koppeling tussen het back-end en het front-end. Een webprogrammeur is dus voornamelijk met de technische kant van de website bezig.