Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Ons onderwijs
Bij onze opleidingen voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Hierbij besteden we onder andere aandacht aan je:
- kennisbasis van het beroep
- handelen in de beroepspraktijk
- eigen professionele identiteit
- persoonlijke ontwikkeling
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Het eerste jaar
Elk studiejaar bestaat uit vier blokken van tien weken, waarvan één toetsweek en één herkansingsweek. Sommige studieonderdelen kun je via zelfstudie thuis afronden. In het eerste studiejaar is ook een oriënterende stage in het voortgezet onderwijs opgenomen. Doel is te bepalen of het beroep van leraar iets voor je is. Je verzorgt enkele lessen, onder begeleiding van een vakdocent van de stageschool.
Na het eerste jaar
In de hoofdfase volg een minor. De twee stages in de hogere studiejaren zijn bedoeld om je de verworven kennis in de praktijk te laten brengen. Gedurende twee periodes van 4 tot 6 maanden geef je les aan klassen van verschillend niveau. Beide stages worden afgesloten door middel van een portfolio waarin getoetst wordt of je beschikt over de juiste competenties, en een eindassessment.
Werk en studie
Bij de start van de opleiding hoef je geen baan in het onderwijs te hebben. In elk jaar is een stage onderdeel van het opleidingstraject. In het eerste jaar is een oriënterende stage in het voortgezet onderwijs of mbo opgenomen. Doel is te bepalen of het beroep van leraar iets voor je is. Je verzorgt dan ongeveer vijf lessen onder begeleiding van een vakdocent van de stageschool. De stages in de hogere studiejaren zijn bedoeld om de verworven kennis, vaardigheden en competenties in praktijk te brengen. Gedurende langere periodes geef je een reeks lessen aan klassen van verschillend niveau (minimaal zes tot acht uur per week). Als deeltijdstudent word je door het Stagebureau geplaatst op een stageplek, tenzij je al een betaalde baan hebt in het onderwijs.
Keuze en begeleiding
Keuze
Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd keuzevakken. Dit biedt je de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Via een minor in de laatste fase van je studie kun je bij de meeste deeltijdopleidingen kiezen voor een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je ook een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt.
Minors
In de laatste fase van je opleiding verdiep je je door middel van een minor in je vakgebied of verbreed je je kennis in een door jou gewenste richting. De onderstaande minors geven een beeld van het type minor dat je kunt verwachten.
De minor Werken in het Beroepsonderwijs (incl. vmbo) biedt studenten van de tweedegraads lerarenopleidingen, studenten van de pabo en studenten van de lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn de mogelijkheid tot een zeer aantrekkelijke specialisatie. De minor is bij uitstek geschikt voor studenten die willen kiezen voor het uitstroomprofiel Beroepspraktijkvorming waarmee zij zich voorbereiden op een functie in het (voorbereidend) beroepsonderwijs. Binnen deze minor leren de deelnemers de leerinhouden uit de schoolvakken te integreren met de leerinhouden uit het toekomstig beroep van de leerlingen. Als student ga je in de praktijk aan de slag met onderwijsactiviteiten binnen de beroepspraktijk. Je wordt hierbij begeleid door docenten in het werkveld.
In de minor Lesgeven in de grote stad bestuderen we wat het betekent om als onderwijsprofessional te werken in deze superdiverse context. We maken gebruik van inzichten uit een veelheid aan disciplines, zoals filosofie, geschiedenis, sociologie, antropologie en onderwijskunde. Je doet onderzoek naar jezelf (wie ben ik en hoe verhoud ik me tot superdiversiteit?), naar de theorie (wat weten we uit onderzoek?) en de praktijk (hoe wordt in mijn professionele context omgegaan met thema's die te maken hebben met superdiversiteit en inclusiviteit?).
In deze minor leer je extra competenties om beroepsvaardigheid te verdiepen en te verbreden. Een klas is een complex sociaal leersysteem. Het bestaat vaak uit 20 tot 30 leerlingen en een lera(a)r(es). Zij vormen een sociale leergroep die wekelijks één of meer keren bij elkaar komt gedurende een schooljaar. Enerzijds werken zij aan de kerndoelen van het schoolvak maar er is ook de taak bij te dragen aan de overdracht van normen en waarden vanuit een levensovertuiging en/of mens- en schoolvisie. Anderzijds is elke klas uniek en heel bijzonder. Geen enkele leerling is hetzelfde en elke leerling vraagt om specifieke aandacht en een eigen aanpak in de omgang in de klas en bij het leren. En dat geldt ook voor de leraar die zichzelf als eigen persoon meebrengt in de klas. Om in deze complexiteit als leraar effectief te zijn worden tegenwoordig hoge eisen gesteld aan de beroepsvaardigheid.
De minor 'digitale didactiek en nieuwe media' biedt studenten van de lerarenopleidingen, de pabo en andere studenten die werken in een educatieve context de mogelijkheid tot een specialisatie gericht op het onderwijs van de 21e eeuw. In deze minor verdiep je je in de mogelijkheden die digitale didactiek te bieden heeft in jouw onderwijs. Wil jij weten hoe je doordachte blended lessen kunt ontwerpen en in kunt zetten? En welke rol gamification voor jouw onderwijs kan spelen? Of hoe je met beeld- en videobewerking jouw onderwijs kunt versterken? Dan is de minor 'digitale didactiek en nieuwe media' iets voor jou!
In deze minor leer je innovatief onderwijs te ontwerpen, gericht op talentontwikkeling van je leerlingen binnen de nieuwe leerweg D&P. In het vmbo wordt gewerkt met nieuwe beroepsgerichte profielen. Een van deze profielen is Dienstverlening en Producten (D&P). Dit is een breed georiënteerd profiel waarbij leerlingen kennismaken met meerdere sectoren en werkvelden. In deze minor ontwikkel jij je tot didactisch ontwerper en loopbaanbegeleider voor het vmbo-profiel D&P. Je leert innovatief onderwijs te ontwerpen, gericht op talentontwikkeling van je leerlingen. Activiteiten op het geboed van loopbaanoriëntatiebegeleiding vormen een essentieel onderdeel van dit materiaal. Je leert uitdagend onderwijs te ontwerpen in samenhang met de eigen (stage)school en de regio.
Zij-instroom
Het zij-instroomtraject (deeltijd) is wellicht interessant voor jou als je graag aan de slag wilt als leerkracht. Met dit traject sta je direct voor de klas en kun je in twee jaar je bevoegdheid halen. Je
Vakken
Een indicatie van de vakken die je kunt verwachtenOnderwijsperiode 1
- Stadsgeografie
- De kaart
- Geomorfologie
- Inleiding Aardrijkskunde op school
- Voorbereid op Stage
- ICT in het onderwijs
- Studieloopbaancoaching
Onderwijsperiode 2
- Economische Geografie en Transport
- Taalcursus jaar 1
- Politieke geografie
- Geomorfologie
- Oriëntatie op Onderwijs en Beroep
- Professioneel spreken
- Ondersteunend onderwijs en keuzevakken
- Studieloopbaancoaching
Onderwijsperiode 3
- Politieke Geografie
- Water
- Een wereld apart
- Natuur en milieu educatie
- ICT in het onderwijs
- Studieloopbaancoaching
- Stage
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 4
- Zonale Geografie
- Texel
- Denken over Regio's
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 1
- Afrika
- Effectief lesgeven en Directie instructie
- Studieloopbaancoaching
- Stage
- Keuzeonderwijs
- Milieugeografie
Onderwijsperiode 2
- Onderwijssociologie en diversiteit
- Logopedie
- Studieloopbaancoaching
- Stage
- Keuzeonderwijs
- Fysische Geografie
- Stadgeografie
Onderwijsperiode 3
- Adolescentiepsychologie
- Onderwijspsychologie
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
- Future (of) Geography
- Veldwerk en practicum
- Lastige lessen
Onderwijsperiode 4
- Excursie Ardennen
- ICT in het onderwijs
- Studieloopbaancoaching
- Midden-Oosten
Onderwijsperiode 1
- Afrika
- Milieugeografie
- Inleiding praktijkonderzoek
- Groepsdynamica, orde en klassenmanagement
- Studieloopbaancoaching
- Leren & Werken
Onderwijsperiode 2
- Fysische Geografie
- Excursie Ghana
- Stadgeografie
- Praktijkonderzoek in de school
- Activerende didactiek en samenwerkend leren
- Studieloopbaancoaching
- Leren & Werken
Onderwijsperiode 3
- Veldwerk en practicum
- Praktijkonderzoek in de school
- Taalgericht lesgeven
- Studieloopbaancoaching
- Leren & Werken
- Future (of) Geography
- Lastige lessen
Onderwijsperiode 4
- Midden-Oosten
- Voorbereiden afstuderen
- Praktijkonderzoek in de school
- Zorg en leerlingbegeleiding
- Studieloopbaancoaching
- Leren & Werken
Onderwijsperiode 1
- Minor cursorisch
- Opdrachten Minor
- Minor Leren en Werken
- Assessment
Onderwijsperiode 2
- Minor cursorisch
- Opdrachten Minor
- Minor Leren en Werken
- Assessment
Onderwijsperiode 3
- Future (of) Geography
- Lastige lessen
- Studieloopbaancoaching
- Afstudeeropdracht
- Afstudeerscriptie
- Assessment
Onderwijsperiode 4
- Ethiek
- Afstudeeropdracht
- Afstudeerscriptie
- Assessment
Onderwijsvorm
Hoe is het onderwijs ingericht?- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Education (B Ed) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren.
Bij je diploma ontvang je een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Beroepen
Werk je graag met jongeren? Vind je het leuk om leerlingen in een belangrijke levensfase op weg te helpen en een bijdrage te leveren aan hun ontwikkeling? Flexibel, sociaal, creatief, sta je stevig in je schoenen en ben je een tikkeltje idealistisch? Dan is een lerarenopleiding iets voor jou!
Doorstuderen
Na het behalen van je tweedegraadsbevoegdheid kun je ervoor kiezen om door te studeren aan een universiteit. Hier kun je via een masteropleiding doorstuderen voor je eerstegraadsbevoegdheid. Bij sommige hogescholen bestaat de mogelijkheid je eerstegraadsbevoegdheid te halen via een hbo-master. Hiermee kun je ook in de bovenbouw van havo, vwo en gymnasium lesgeven. Vraag bij de instelling van je keuze naar de mogelijkheden.
Bij Hogeschool Rotterdam bieden we ook hbo-masters aan. Zo kun je de Master Leren en Innoveren doen. Meer informatie over de Master Leren en Innoveren.