Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Ons onderwijs
Bij onze opleidingen voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Hierbij besteden we onder andere aandacht aan je:
- kennisbasis van het beroep
- handelen in de beroepspraktijk
- eigen professionele identiteit
- persoonlijke ontwikkeling
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Flexibele deeltijd
De Lerarenopleiding Natuurkunde is een flexibele deeltijdopleiding, dat wil zeggen dat we ervoor willen zorgen dat je de opleiding kunt afstemmen op jouw onderwijsbehoefte. Dit doen we onder andere door aan te sluiten op jouw beginniveau, werkervaring en voorkeur voor de wijze van studeren. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door te werken met onderwijskundige en (vak)didactische leeruitkomsten. Deze leeruitkomsten kunnen vooraf en tijdens de opleiding tijds- en toetsvormonafhankelijk aangetoond worden.
Voor de start van de opleiding kan er een intakeassessment aangevraagd worden waarin één of meerdere leeruitkomsten aangetoond kunnen worden. Hierbij mogen leeruitkomsten gecombineerd worden. Het aantonen van een leeruitkomst gaat met behulp van een casusbeschrijving volgens de STARTT-methode begeleid door verschillende bewijsstukken uit de eigen lespraktijk. Om meer duiding te geven aan de vereiste voor het aantonen van een specifieke leeruitkomst kan er gebruik gemaakt worden van een bijbehorend beoordelingsmodel. Dit beoordelingsmodel dient door de student gebruikt te worden als een verantwoording voor het aantonen van de beheersing van het leerresultaat.
Het is natuurlijk mogelijk dat je gedurende jouw huidige werkzaamheden de mogelijkheid krijgt om aan een leeruitkomst te werken. Daarom kan er tijdens de opleiding steeds aan het eind van een periode een assessment aangevraagd worden om een leeruitkomst of meerdere aan te tonen. Voordat je een tussentijds assessment wilt aanvragen dien je minimaal 6 weken van tevoren jouw voorstel te bespreken met de docent van de betreffende cursus (die waar de leeruitkomst aan gekoppeld is). Zorg ervoor dat je in het voorstel let op het volgende; Beschrijf in eigen woorden WAT de leeruitkomst in houdt? WELKE taken moet ik als leraar op de werkplek uitvoeren? HOE pak ik dit aan? WAAR moet ik op letten vanuit het perspectief als docent en die van de leerlingen? WAARMEE ga ik van start? WIE kan mij ondersteunen en van feedback voorzien? Onderbouw van de literatuur WAAROM je het op die manier gaat doen (liefst volgens APA). Hoe kan ik de leeruitkomst daadwerkelijk BEWIJZEN?
Let erop dat een voorstel voor een leeruitkomst maximaal 1 keer ingediend mag worden, en dat het voorstel een houdbaar heeft van 6 weken. De aanvraag en het assessment dienen in dezelfde onderwijsperiode plaats te vinden. Het assessment vindt op dezelfde wijze plaats als het intakeassessment. Dat wil zeggen met een casus en een beoordelingsformulier dat zelf door de student is ingevuld.
De assessor(en) beoordelen uiteindelijk de leeruitkomsten holistisch met een beoordelingsformulier. De uitkomst van het assessment wordt direct verwerkt in het systeem als een deelresultaat, een “Q” van “Qualified” bij de betreffende cursus van de leeruitkomst. Door de directe verwerking in het systeem is het mogelijk om een concreet en individueel onderwijsplan op te stellen.
Benieuwd naar meer informatie over de inhoud, toetsing en begeleiding van en tijdens de opleiding? Neem contact op met Guido Koster, kostg@hr.nl
Het eerste jaar
Elk studiejaar bestaat uit vier blokken van tien weken, waarvan één toetsweek en één herkansingsweek. Sommige studieonderdelen kun je via zelfstudie thuis afronden. In het eerste studiejaar is ook een oriënterende stage in het voortgezet onderwijs opgenomen. Doel is te bepalen of het beroep van leraar iets voor je is. Je verzorgt enkele lessen, onder begeleiding van een vakdocent van de stageschool.
Na het eerste jaar
In de hoofdfase volg je een minor. De twee stages in de hogere studiejaren zijn bedoeld om je de verworven kennis in de praktijk te laten brengen. Gedurende twee periodes van 4 tot 6 maanden geef je les aan klassen van verschillend niveau. Beide stages worden afgesloten door middel van een portfolio waarin getoetst wordt of je beschikt over de juiste competenties, en een eindassessment.
Werk en studie
Bij de start van de opleiding hoef je geen baan in het onderwijs te hebben. In elk jaar is een stage onderdeel van het opleidingstraject. In het eerste jaar is een oriënterende stage in het voortgezet onderwijs of mbo opgenomen. Doel is te bepalen of het beroep van leraar iets voor je is. Je verzorgt dan ongeveer vijf lessen onder begeleiding van een vakdocent van de stageschool. De stages in de hogere studiejaren zijn bedoeld om de verworven kennis, vaardigheden en competenties in praktijk te brengen. Gedurende langere periodes geef je een reeks lessen aan klassen van verschillend niveau (minimaal zes tot acht uur per week). Als deeltijdstudent word je door het Stagebureau geplaatst op een stageplek, tenzij je al een betaalde baan hebt in het onderwijs.
Keuze en begeleiding
Keuze
Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd keuzevakken. Dit biedt je de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Via een minor in de laatste fase van je studie kun je bij de meeste deeltijdopleidingen kiezen voor een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je ook een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt.
Minors
In de laatste fase van je opleiding verdiep je je door middel van een minor in je vakgebied of verbreed je je kennis in een door jou gewenste richting. De onderstaande minors geven een beeld van het type minor dat je kunt verwachten.
De vierjarige Goran uit Bosnië komt de kleuterklas in. Hij bouwt een mooi kasteel, wil samen met "nieuwe vriendjes" verder bouwen, maar begrijpt niet wat ze zeggen. Wat is er nodig om de talenten van Goran verder te ontwikkelen? Daan van 14 jaar heeft een IQ van 120, toch komt hij niet verder dan 2 HAVO. Wat is er nodig om Daan te helpen zijn school af te ronden? Wil jij het verschil maken tussen kansarm en kansrijk voor Goran en Daan en een bijdrage leveren aan het vergroten van hun talenten? En volg je een opleiding aan het Instituut voor lerarenopleidingen of voor sociale opleidingen? Dan is de minor Talentontwikkeling iets voor jou!
Deze minor maakt van jou een vakkundig docent die vanuit een onderzoekende houding problemen die in het werken met jongeren in schoolsituaties in het vo en mbo ontstaan signaleert, er systematisch naar kijkt en er planmatig naar handelt. Daarnaast krijg je zicht op het zoeken naar middelen en richtingen om geschikte begeleiding voor de zorgleerlingen op te zetten en uit te voeren. In deze minor staat de zorg aan leerlingen centraal.
De minor Werken in het Beroepsonderwijs (incl. VMBO) biedt studenten van de tweedegraads lerarenopleidingen de mogelijkheid tot een zeer aantrekkelijke specialisatie. De minor is bij uitstek geschikt voor studenten die willen kiezen voor het uitstroomprofiel Beroepspraktijkvorming waarmee zij zich voorbereiden op een functie in het (voorbereidend) beroepsonderwijs. Binnen deze minor leren de deelnemers de lesinhoud uit de schoolvakken te integreren met de inhoud van het toekomstig beroep van leerlingen. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan het kiezen en ontwikkelen van de specifieke didactiek voor dit schooltype en aan de eisen die dat stelt aan leraren.
Steeds meer studenten van de Lerarenopleidingen zullen in hun beroepspraktijk te maken krijgen met leerlingen, cliënten, deelnemers en cursisten die het Nederlands nog niet of nauwelijks beheersen. Scholen voeren vaak een taalbeleid met het doel rekening te houden met die taalachterstanden, bijvoorbeeld door de programma's van de verschillende vakken af te stemmen op deze leerlingen, het zogenaamde taalgericht vakonderwijs.
Houd je van je vak en ben je geïnteresseerd in de andere exacte vakken? Dan is dit de minor voor jou. Je gaat in deze minor je vak verder uitdiepen, maar ook verbredende onderdelen met de andere exacte vakken zullen aan bod komen. Deze minor is voor jou geschikt als je een ambitieuze student bent die weinig problemen heeft om de vakinhoudelijke en vakdidactische onderdelen in het normale curriculum vlot, en met succes, af te ronden.
Zij-instroom
Het zij-instroomtraject (deeltijd) is wellicht interessant voor jou als je graag aan de slag wilt als leerkracht. Met dit traject sta je direct voor de klas en kun je in twee jaar je bevoegdheid halen. Je
Vakken
Een indicatie van de vakken die je kunt verwachtenOnderwijsperiode 1
- Kracht en beweging 1
- Trillingen en golven
- Basisvaardigheden
- Orientatie op beroep
- Studieloopbaancoaching 1 (+ introductieweek)
- Taalmeting
- HR-keuze jaar 1
Onderwijsperiode 2
- Basisvaardigheden
- Warmte en gassen
- Elektriciteit en magnetisme 1
- Orientatie op beroep
- Studieloopbaancoaching 1 (+ introductieweek)
- HR-keuze jaar 1
Onderwijsperiode 3
- Bouw van stoffen en koolstofchemie
- Onderzoek en ontwerp jaar 1 (inclusief taalcursus I)
- Didactiek: leren lesgeven
- Studieloopbaancoaching 1 (+ introductieweek)
- HR-keuze jaar 1
Onderwijsperiode 4
- Bouw van stoffen en koolstofchemie
- Lichtgolven en optica
- Pedagogiek: ken je doelgroep
- Studieloopbaancoaching 1 (+ introductieweek)
- HR-keuze jaar 1
Onderwijsperiode 1
- Fysische informatica, electronica en programmeren
- Chemische reacties
- Professional: contextrijk handelen n2
- Studieloopbaancoaching 2
- HR-keuze jaar 2
Onderwijsperiode 2
- Chemische reacties
- Kracht en beweging 2
- Pedagogiek: ken je groep
- Studieloopbaancoaching 2
- HR-keuze jaar 2
Onderwijsperiode 3
- Thermodynamica
- Elektriciteit en magnetisme 2
- Didactiek: lesgeven
- Studieloopbaancoaching 2
- HR-keuze jaar 2
Onderwijsperiode 4
- Onderzoek en ontwerp jaar 2 (inclusief taalcursus II)
- Didactiek: lesgeven met ict
- Studieloopbaancoaching 2
- HR-keuze jaar 2
Onderwijsperiode 1
- Stuctuur van de materie 1
- Onderzoek en ontwerp jaar 3 (inclusief taalcursus III)
- Professional: contextrijk handelen n3
- Studieloopbaancoaching 3
- HR-keuze jaar 3
Onderwijsperiode 2
- Sterrenkunde
- Fundamentele natuurkunde
- Pedagogiek: passend onderwijs
- Studieloopbaancoaching 3
- HR-keuze jaar 3
Onderwijsperiode 3
- Stuctuur van de materie 2
- Landelijke kennistoets
- Pedagogiek: pedagogische professionaliteit
- Studieloopbaancoaching 3
- HR-keuze jaar 3
Onderwijsperiode 4
- Weerkunde
- Didactiek: onderzoekend lesgeven
- Studieloopbaancoaching 3
- HR-keuze jaar 3
Onderwijsperiode 1
- Minor
Onderwijsperiode 2
- Minor
Onderwijsperiode 3
- Minor
- Afstudeerprogramma deel I: Vakdidactisch onderzoek
Onderwijsperiode 4
- Minor
- Afstudeerprogramma deel I: Vakdidactisch onderzoek
Onderwijsvorm
Hoe is het onderwijs ingericht?- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Education (B Ed) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren.
Bij je diploma ontvang je een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Beroepen
Je wordt opgeleid tot leraar met een tweedegraads bevoegdheid. Je mag na je studie lesgeven aan leerlingen van (v)mbo en onderbouw havo en vwo. Lerarenopleidingen in de exacte vakken hebben nog voldoende arbeidsperspectief. Aan leraren wiskunde en natuurkunde is een chronisch tekort.
Werk je graag met jongeren? Vind je het leuk om leerlingen in een belangrijke levensfase op weg te helpen en een bijdrage te leveren aan hun ontwikkeling? Flexibel, sociaal, creatief, sta je stevig in je schoenen en ben je een tikkeltje idealistisch? Dan is een lerarenopleiding iets voor jou!
Doorstuderen
Na het behalen van je tweedegraadsbevoegdheid kun je ervoor kiezen om door te studeren aan een universiteit. Hier kun je via een masteropleiding doorstuderen voor je eerstegraadsbevoegdheid. Bij sommige hogescholen bestaat de mogelijkheid je eerstegraadsbevoegdheid te halen via een hbo-master. Hiermee kun je ook in de bovenbouw van havo, vwo en gymnasium lesgeven. Vraag bij de instelling van je keuze naar de mogelijkheden.
Bij Hogeschool Rotterdam bieden we ook hbo-masters aan. Zo kun je de Master Leren en Innoveren doen. Meer informatie over de Master Leren en Innoveren.