Na het afstuderen (landelijke cijfers)
Baan op niveau
98%
Baan binnen het vakgebied
95%
Een baan vinden
9 maanden
Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Ons onderwijs
Bij onze opleidingen voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Hierbij besteden we onder andere aandacht aan je:
- kennisbasis van het beroep
- handelen in de beroepspraktijk
- eigen professionele identiteit
- persoonlijke ontwikkeling
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Het eerste jaar
In het eerste jaar, de propedeuse, oriënteer je je op de studie en het beroep. Aan de hand van beroepskritische situaties doe je kennis op over alle vakgebieden (stem, spraak, taal, gehoor en afasie/dysartrie), het methodisch logopedisch handelen en de bijbehorende rollen. In het eerste jaar kun je kijken of logopedie echt iets voor je is, maar de opleiding bekijkt ook of jij geschikt bent voor het beroep.
Na het eerste jaar
In het tweede jaar wordt dieper ingegaan op de onderwerpen uit het eerste jaar. In het derde jaar wordt de leerstof gekoppeld aan de verschillende werkvelden. In het derde en vierde jaar loop je gedurende een langere periode stage. In het derde jaar volg je tevens een minor. Een minor is een programma dat je de mogelijkheid biedt je beroepscompetenties in een bepaalde richting toe te spitsen. Je sluit je studie af met een afstudeeropdracht.
Keuze en begeleiding
Keuze
Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd (hogeschoolbrede) keuzevakken. Dit biedt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Afhankelijk van je opleiding kun je zelf een stageplek uitzoeken. Via een minor in de hoofdfase van je studie kies je een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt. Ook kun je een peercoach krijgen: een ouderejaarsstudent die een jongerejaars begeleidt.
Studeren met een functiebeperking
Heb je een functiebeperking en heb je daarvoor aanpassingen of voorzieningen nodig, dan bieden we daarvoor verschillende mogelijkheden.
Topsport en studie
Een topsporter weet als geen ander hoe lastig het kan zijn om te blijven presteren in je sport en in je studie. Hogeschool Rotterdam spant zich in om topsporters zo goed mogelijk te faciliteren. Zodat je het maximale uit je sport en je studie kunt halen.
Kun je wel voldoende tijd vrij maken voor studeren? Wat doe je als je een tentamen mist door een trainingskamp of kampioenschap? Hoe ga je om met groepsopdrachten als je er niet altijd bij kunt zijn? Sporten en studeren kan een lastige combinatie zijn.
Bekijk hoe Hogeschool Rotterdam je kan ondersteunen met voorzieningen voor topsporters.
Stage lopen
In het eerste jaar loop je al korte stages. Het gehele tweede jaar loop je één dagdeel per week stage. Je hoofdstages zijn in het tweede semester van jaar drie én gedurende een periode in jaar vier.
Minors
In de laatste fase van je opleiding verdiep je je door middel van een minor in je vakgebied of verbreed je je kennis in een door jou gewenste richting. De onderstaande minors geven een beeld van het type minor dat je kunt verwachten.
Vanwege de vergrijzing en de ontgroening is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen optimaal participeren op de arbeidsmarkt. In deze minor leer je onder andere hoe je kan bijdragen aan het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt. Je gaat je verdiepen in de ondersteuning van integratie in werk van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt en de re-integratie van mensen die verzuimen wegens gezondheidsklachten.
De jeugd is de gezondste leeftijdsgroep binnen onze samenleving. Maar tegelijkertijd is de jeugd ook kwetsbaar. De Raad voor Volksgezondheid wil de focus op ziekte en gezondheid verschuiven naar gedrag en gezondheid. Dit vraagt nogal wat van kinderen en jongeren met een beperking. En van de zorgprofessionals die met deze kinderen en jongeren werken. In deze minor ga je aan de slag met vraagstukken uit de praktijk, op het terrein van de zorg voor kinderen en jongeren met specifieke zorgbehoeften. De onderwerpen zijn ziekte-overstijgend en gaan over thema’s waar je als hulpverlener kennis van moet hebben om zorg te verlenen aan kinderen en jongeren met specifieke zorgbehoeften.
Een meerderheid van de artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners in de gezondheidszorg krijgt regelmatig te maken met geweld. Het geweld leidt tot een verminderde kwaliteit van de gezondheidszorg en stress voor de werknemers. In Nederland krijgt ruim de helft van de werknemers in de gezondheidszorg te maken met fysiek, verbaal of psychisch geweld. In deze minor verdiep je je in de achtergronden van geweld tegen hulpverleners en leer je deze ontwikkelingen in internationaal perspectief te plaatsen.
Ben jij avontuurlijk ingesteld? Durf jij de uitdaging aan om over jouw eigen grenzen, over de grenzen van je eigen opleiding en over de landsgrenzen te kijken? Ben jij nieuwsgierig en wil jij op zoek gaan naar duurzame, creatieve en innovatieve oplossingen om gezondheidszorgverschillen terug te dringen? In deze minor word je uitgedaagd, in samenwerking met studenten van verschillende opleidingen en (internationale) opdrachtgevers, een bijdrage te leveren aan één van de vraagstukken gericht op het verminderen van gezondheidsverschillen.
Als logopedist ben je expert in het onderzoeken, diagnosticeren en behandelen van communicatieproblemen. Stoornissen in de communicatie worden nog ingewikkelder wanneer de cliënt meerdere talen spreekt.
Deze minor biedt verdieping in de logopedisch inhoudelijke aspecten van meertaligheid binnen alle stoornisgebieden, zoals dynamisch testen en het inzetten van tolken.
Deze minor biedt verdieping in talige onderwerpen binnen de logopedie. Er wordt gewerkt aan basiskennis over lees- en spellingsvaardigheden en hoe om te gaan met laaggeletterdheid van een volwassen client. Ook staat het oudere kind (vanaf 7 jaar) met een TOS centraal. Denk hierbij aan het onderzoeken en het behandelen van syntaxis en pragmatiek bij deze doelgroep.
Student van andere hogeschool?
Ben je student bij een andere hogeschool en wil je een minor bij Hogeschool Rotterdam volgen? Bekijk je mogelijkheden op Kiesopmaat.nl. De minors van Hogeschool Rotterdam duren een half jaar (september - februari) en leveren 30 EC (studiepunten) op.
Afstuderen
De organisatie en invulling van de afstudeeropdracht vindt plaats in de beroepsspecifieke context gedurende het vierde studiejaar.
Internationale mogelijkheden
Voor de stage in het derde leerjaar bestaat de mogelijkheid deze in het buitenland te lopen. Tijdens de minorfase bestaat de mogelijkheid in het buitenland projecten uit te voeren.
Thema's
Een indicatie van de vakken die je kunt verwachtenThema's jaar 1
- Logopedie bij kinderen van 0-4 jaar
- Logopedie bij kinderen van 4-18 jaar
- Logopedie bij volwassenen
- Logopedie bij ouderen 1
- Logopedie bij ouderen 2
- Beroep in context
- Professionele Identiteit (PI)
Onderwijsperiode 1
- Behandeling Taal en Spraak
- Evidence Based Practice
- Communicatie
- Muziek
- Organiseren en innoveren in de zorg
- Stage
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 2
- Behandeling Stem en Gehoor
- Pathologie
- Communicatie
- Vocal Skills
- Muziek
- Organiseren en innoveren in de zorg
- Stage
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 3
- Behandeling Neurologische Taal en Spraak Stoornissen
- Urban Health Project
- Ondersteunde Communicatie
- Communicatie
- Vocal Skills
- Muziek
- Stage
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 4
- Behandeling Eet- en drinkstoornissen en Vloeiendheidsstoornissen
- Urban Health Project
- Taalanalyse
- Communicatie
- Vocal Skills
- Muziek
- Stage
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 1 & 2
- Minor
Onderwijsperiode 3 & 4
- Hoofdstage
- Stagegericht onderwijs
- Thema-onderwijs
Afstudeerfase
- Afstudeerstage
- Coaching
- Praktijkgericht onderzoek
- Voorbereiding en uitvoering PI-gesprek (Professionele Identiteit)
Ben je gemotiveerd om uit te groeien tot een excellente professional, zoek je uitdaging en wil je meer tijd in je studie steken? Dan kun je meedoen aan het Honoursprogramma.
In het eerste en tweede studiejaar doe je mee aan bijzondere projecten en volg je keuzevakken die je helpen met je oriëntatie. In jaar drie en vier volg je onderdelen waarmee je een Honours degree bij je diploma kunt behalen. Hiermee kun je op de arbeidsmarkt het onderscheid maken en aantonen een innovatieve en excellente professional te zijn.
Bekijk meer informatie over het Honoursprogramma
Onderwijsvorm
Hoe is het onderwijs ingericht?- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Science (BSc) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren.
Bij je diploma ontvang je een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Heb je het Honoursprogramma gevolgd? Dan krijg je ook een honours degree, waarmee je je doorzettingsvermogen en extra kennis kunt aantonen.
Beroepen
Als logopedist ben je vaak werkzaam in een vrijgevestigde praktijk. Veel logopedisten starten, na ervaring te hebben opgedaan in een vrijgevestigde praktijk, een eigen praktijk. De cliëntengroep binnen een praktijk is vaak heel divers, tenzij de praktijk is gespecialiseerd in de behandeling van een specifieke doelgroep. Soms werk je bij een zorginstelling, bijvoorbeeld een revalidatiecentrum of een verpleeghuis.
Als je graag met kinderen werkt, kun je terecht op scholen, bijvoorbeeld een basisschool of een medisch kinderdagverblijf. Ook ouderen vormen een belangrijke doelgroep. Je werkt dan vooral met mensen met afasie, een taalstoornis die het gevolg is van een beroerte. Een klein deel van de logopedisten is werkzaam bij toneelopleidingen en/of zangafdelingen van conservatoria.
Tevens beheers je als logopedist verschillende rollen, namelijk die van professional, coach, innovator, ondernemer, samenwerker, gezondheidsbevorderaar en organisator. Tijdens de opleiding word je qua kennis en vaardigheden opgeleid om deze rollen te kunnen uitvoeren.
Bekijk in onderstaand filmpje hoe een dag van een professional eruit ziet.
Doorstuderen
Na je studie zijn er verschillende mogelijkheden om door te studeren of een mastertraject in te gaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan logopediewetenschappen of spraak- en taalpathologie.