Na het afstuderen (landelijke cijfers)
Baan op niveau
geen data
Baan binnen het vakgebied
geen data
Een baan vinden
3 maanden
Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Ons onderwijs
Bij onze opleidingen voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Hierbij besteden we onder andere aandacht aan je:
- kennisbasis van het beroep
- handelen in de beroepspraktijk
- eigen professionele identiteit
- persoonlijke ontwikkeling
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Het eerste jaar
In het eerste jaar maak je kennis met de gezondheidszorg in het algemeen en met de vakgebieden acute hulpverlening en interventiecardiologie. Je legt hier de basis voor de kennis die je later in je opleiding nodig hebt. Je leert daarnaast veel op het gebied van medisch technisch handelen en krijgt inzicht in een groot aantal ziektebeelden. Ook leer je goed communiceren en samen te werken, wat belangrijk is voor iedere zorgprofessional.
Tijdens de gehele opleiding staat de onderbouwing van jouw handelen vanuit de professionele literatuur centraal. Ook ontwikkel je vaardigheden om praktijkonderzoek te kunnen doen. Ten slotte loop je in het eerste jaar een zorgstage en oriënteer je je op mogelijke toekomstige werkplekken.
Na het eerste jaar
Het onderwijsprogramma is in nauwe samenwerking met het werkveld ontwikkeld. In de praktijk wordt veel patiëntgericht en wetenschappelijk onderzoek gedaan naar behandelingen en behandelmethoden en worden patiënten met de meest uiteenlopende aandoeningen behandeld. Hierdoor doe je kennis op van de laatste methodes en technieken binnen het beroep van medisch hulpverlener.
Tweede jaar
In jaar twee vergroot je je basiskennis en bereid je je voor op het werkveld van de acute zorg. Hieronder vallen de ambulancezorg, de spoedeisende hulp en interventiecardiologie.
Derde jaar
In het derde jaar kies je een minor. Na je minor ga je 3 dagen per week zelf in de praktijk aan de slag en volg je 2 dagen theorieonderwijs.
Vierde jaar
In jaar vier ga je 3 dagen per week zelf in de praktijk aan de slag en volg je 2 dagen theorieonderwijs. Je rondt je studie uiteindelijk af met je afstudeerproject en het eindassessment.
Gedurende de hele studie staat de onderbouwing van je handelen vanuit professionele vakliteratuur centraal.
Keuze en begeleiding
Keuze
Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd (hogeschoolbrede) keuzevakken. Dit biedt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Afhankelijk van je opleiding kun je zelf een stageplek uitzoeken. Via een minor in de hoofdfase van je studie kies je een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt. Ook kun je een peercoach krijgen: een ouderejaarsstudent die een jongerejaars begeleidt.
Studeren met een functiebeperking
Heb je een functiebeperking en heb je daarvoor aanpassingen of voorzieningen nodig, dan bieden we daarvoor verschillende mogelijkheden.
Minors
In de laatste fase van je opleiding verdiep je je door middel van een minor in je vakgebied of verbreed je je kennis in een door jou gewenste richting. De onderstaande minors geven een beeld van het type minor dat je kunt verwachten.
Vanwege de vergrijzing en de ontgroening is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen optimaal participeren op de arbeidsmarkt. In deze minor leer je onder andere hoe je kan bijdragen aan het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt. Je gaat je verdiepen in de ondersteuning van integratie in werk van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt en de re-integratie van mensen die verzuimen wegens gezondheidsklachten.
De jeugd is de gezondste leeftijdsgroep binnen onze samenleving. Maar tegelijkertijd is de jeugd ook kwetsbaar. De Raad voor Volksgezondheid wil de focus op ziekte en gezondheid verschuiven naar gedrag en gezondheid. Dit vraagt nogal wat van kinderen en jongeren met een beperking. En van de zorgprofessionals die met deze kinderen en jongeren werken. In deze minor ga je aan de slag met vraagstukken uit de praktijk, op het terrein van de zorg voor kinderen en jongeren met specifieke zorgbehoeften. De onderwerpen zijn ziekte-overstijgend en gaan over thema’s waar je als hulpverlener kennis van moet hebben om zorg te verlenen aan kinderen en jongeren met specifieke zorgbehoeften.
Een meerderheid van de artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners in de gezondheidszorg krijgt regelmatig te maken met geweld. Het geweld leidt tot een verminderde kwaliteit van de gezondheidszorg en stress voor de werknemers. In Nederland krijgt ruim de helft van de werknemers in de gezondheidszorg te maken met fysiek, verbaal of psychisch geweld. In deze minor verdiep je je in de achtergronden van geweld tegen hulpverleners en leer je deze ontwikkelingen in internationaal perspectief te plaatsen.
Ben jij avontuurlijk ingesteld? Durf jij de uitdaging aan om over jouw eigen grenzen, over de grenzen van je eigen opleiding en over de landsgrenzen te kijken? Ben jij nieuwsgierig en wil jij op zoek gaan naar duurzame, creatieve en innovatieve oplossingen om gezondheidszorgverschillen terug te dringen? In deze minor word je uitgedaagd, in samenwerking met studenten van verschillende opleidingen en (internationale) opdrachtgevers, een bijdrage te leveren aan één van de vraagstukken gericht op het verminderen van gezondheidsverschillen.
Tijdens deze minor leer je meer over vitale functies en hoe te handelen bij acuut zieke patiënten. Simulatieonderwijs speelt hier een belangrijke rol in. Naast kennisontwikkeling staat kennismaking centraal met vraagstukken vanuit het acute werkveld zoals de Intensive Care Unit (ICU), Coronary Care Unit (CCU), Spoedeisende Hulp (SEH). Deze vraagstukken richten zich voornamelijk op thema’s van kwaliteit en veiligheid. Je gaat met deze vraagstukken aan de slag om tot een onderbouwd advies richting de praktijk te komen.
Student van andere hogeschool?
Ben je student bij een andere hogeschool en wil je een minor bij Hogeschool Rotterdam volgen? Bekijk je mogelijkheden op Kiesopmaat.nl. De minors van Hogeschool Rotterdam duren een half jaar (september - februari) en leveren 30 EC (studiepunten) op.
Afstuderen
In het laatste jaar studeer je af op een onderwerp uit de beroepspraktijk.
Vakken
Een indicatie van de vakken die je kunt verwachtenOnderwijsperiode 1 t/m 4
- Evidenced Based Practice
- Klinisch redeneren
- Simulatie
- Casuïstiek Gestuurd Onderwijs (CGO)
- Professionele Identiteit (PI)
- Zorg- en Oriëntatiestage
Onderwijsperiode 1 t/m 4
- Evidenced Based Practice
- Klinisch redeneren
- Simulatie
- Casuïstiek Gestuurd Onderwijs (CGO)
- Professionele Identiteit (PI)
Onderwijsperiode 1
- Minor
Onderwijsperiode 2
- Minor
Onderwijsperiode 3
- Evidence based practice
- Klinisch redeneren
- Simulatie
- Acute hulpverlening
- Professionele Identiteit (PI)
- Stage
Onderwijsperiode 4
- Evidence based practice
- Klinisch redeneren
- Simulatie
- Acute hulpverlening
- Professionele Identiteit (PI)
- Stage
Onderwijsperiode 1
- Evidence based practice
- Klinisch redeneren
- Simulatie
- Acute hulpverlening
- Professionele Identiteit (PI)
- Stage
Onderwijsperiode 2
- Evidence based practice
- Klinisch redeneren
- Simulatie
- Acute hulpverlening
- Professionele Identiteit (PI)
- Stage
Onderwijsperiode 3
- Stage
- Afstudeeronderzoek
- Professionele Identiteit (PI)
Onderwijsperiode 4
- Stage
- Eindassessment
- Afstudeeronderzoek
- Professionele Identiteit
Ben je gemotiveerd om uit te groeien tot een excellente professional, zoek je uitdaging en wil je meer interessante tijd in je studie steken? Dan kun je het Honoursprogramma volgen.
In het eerste en tweede studiejaar doe je mee aan bijzondere projecten en volg je keuzevakken die je helpen met je oriëntatie. In jaar drie en vier volg je onderdelen waarmee je een Honours degree bij je diploma kunt behalen. Hiermee kun je op de arbeidsmarkt het onderscheid maken en aantonen een innovatieve en excellente professional te zijn.
Onderwijsvorm
Hoe is het onderwijs ingericht?- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Science (BSc) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren.
Bij je diploma ontvang je een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Heb je het Honoursprogramma gevolgd? Dan krijg je ook een honours degree, waarmee je je doorzettingsvermogen en extra kennis kunt aantonen.
Beroepsbeeld
Als medisch hulpverlener ben je werkzaam binnen een specifiek domein van medische hulp- en dienstverlening. Deze domeinen bevinden zich vooralsnog in de acute-, interventie- en diagnostische zorg. De kern van het beroep is diagnostisch onderzoek verrichten, de gezondheidstoestand van de patiënt bewaken en zo nodig therapeutisch handelen volgens de (evidence based) richtlijnen.
Concreet behoren het onderzoeken, monitoren, behandelen, begeleiden van en communiceren met patiënten tot de taken van de medisch hulpverlener.
Als medisch hulpverlener werk je onder supervisie van en op verwijzing door, óf in directe samenwerking met een medicus. Ambulancezorg is hierbij een uitzondering, want daar werk je zelfstandig volgens het geldende Landelijk Protocol Ambulancezorg.
Je werkt samen met (gespecialiseerde) verpleegkundigen, paramedici, physician assistants, verpleegkundig specialisten, arts-assistenten en medisch specialisten. Je gaat daarbij uit van de geldende protocollen en richtlijnen van de betreffende zorginstelling. Daarnaast handel je volgens landelijk geldende protocollen, zoals het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) en het Landelijk Protocol Spoedeisende Hulp (LPSEH).
Kijk voor meer informatie over het beroep van medisch hulpverlener op www.nvbmh.nl
Doorstuderen
Na de opleiding Medische Hulpverlening kun je een masteropleiding gaan doen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan de masteropleiding Physician Assistant (PA), die Hogeschool Rotterdam aanbiedt. Deze master sluit goed aan op de bachelor Medische Hulpverlening. Voordat je met deze masteropleiding kun starten, moet je wel eerst twee jaar werkervaring opdoen.
Ook kun je verder gaan met een masteropleiding aan de universiteit, zoals Zorgmanagement of Gezondheidswetenschappen. Wel moet je hiervoor eerst een schakelprogramma (premaster) volgen.