Na het afstuderen (landelijke cijfers)
Baan op niveau
74%
Baan binnen het vakgebied
88%
Een baan vinden
4 maanden
Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Ons onderwijs
Bij onze opleidingen voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Hierbij besteden we onder andere aandacht aan je:
- kennisbasis van het beroep
- handelen in de beroepspraktijk
- eigen professionele identiteit
- persoonlijke ontwikkeling
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Basisprogramma jaar 1 en 2
In het eerste en tweede studiejaar krijg je een brede basis aan onderwijs aangeboden waarin je kennismaakt met het brede beroep van de social worker in de grote stad. Ieder half jaar staat er een thema centraal waarin je kennis, vaardigheden en een beroepshouding ontwikkelt. Je leert in het onderwijs vanuit meerdere perspectieven, bijvoorbeeld psychologie, sociologie, filosofie, na te denken over de aanpak van een concrete beroepssituatie.
In beide jaren doe je ook praktijkervaring op. In het eerste jaar maak je kennis met de manier waarop jongeren met eenvoudige problematiek worden begeleid in mentoringprojecten. In het tweede jaar loop je een verdiepende stage en krijg je te maken met complexere problematieken.
In het basisprogramma van twee jaar maak je deel uit van een klas en krijg je een studieloopbaancoach. Deze begeleidt en coacht de klas en jou als student. Je klas vervult in deze eerste twee studiejaren een belangrijke functie in het samen werken en samen leren.
Profielen en programma jaar 3 en 4
Profielen
Na het brede basisprogramma breekt de tijd aan dat je je als social worker profileert. Je gaat aan de slag in het werkveld en volgt onderwijs dat is afgestemd op jouw profielkeuze. Je kunt kiezen uit de volgende profielen:
Met profiel Jeugd maak je je sterk voor een gezonde en veilige leefomgeving voor kinderen en jeugdigen; dit altijd in samenwerking met (mede)opvoeders en het sociale netwerk. Het kan gaan om kinderen of jeugdigen met een licht verstandelijke beperking, gedragsproblemen of psychiatrische klachten; kinderen die uit huis zijn geplaatst omdat veiligheid niet vanzelfsprekend voor ze is. Het kan ook gaan om jongeren die in aanraking zijn gekomen met justitie of met een (dreigende) criminele ontwikkeling.
Met het profiel Welzijn en Samenleving sta je dicht bij de mensen in de wijk. Je levert een bijdrage aan het vroegtijdig signaleren van problemen en kansen. Je bent een verbinder en samenwerker die aanwezig is in de leefomgeving van mensen. De doelgroep is breed, van jong tot oud, en erg divers wat betreft de hulp-of ondersteuningsvraag. De sociale vraagstukken waar je mee te maken krijgt, houden verband met bijvoorbeeld leefbaarheid, armoede, samenlevingsopbouw, diversiteit en veiligheid.
Met profiel Zorg, route Zorg, leer je over complexe problemen waarmee mensen met een (tijdelijke) beperking en hun netwerk te maken kunnen hebben. Samen met de cliënt zoek je naar mogelijkheden om talenten te benutten. Je werkt met kinderen, volwassenen en ouderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, psychische kwetsbaarheid, een chronische ziekte of een combinatie hiervan.
Met profiel Zorg, route GGZ leer je mensen met psychiatrische problematiek te behandelen, ondersteunen en begeleiden met als doel (re-)integratie in de samenleving. De doelgroep is breed, van jong tot oud, en verschilt sterk in econo-mische, sociale en culturele achtergrond. Ook de aandoeningen lopen uiteen: van een relatief eenvoudige aandoening tot een ernstige psychotische stoornis, depressie, persoonlijkheidsstoornis of verslaving.
Meer lezen over de profielen?
Bekijk ‘DRIE’, het magazine dat onze studenten jaarlijks helpt bij het maken van een profielkeuze.
Programma jaar 3 en 4
In het derde jaar van je opleiding loop je een jaar, van maandag tot en met donderdag, stage binnen een leerwerkgemeenschap die past bij je profielkeuze. De leerwerkgemeenschap is een leeromgeving waarin je met andere studenten, maar ook professionals uit het werkveld, docenten en zelfs onderzoekers samenwerkt.
Robin, Joëlle, Alisha en Sarah over leerwerkgemeenschap JBRR (lees ook het artikel)
Vrijdag is de terugkomdag op school. De thema’s op school maken plaats voor vraagstukken die aansluiten op de beroepssituaties die kenmerkend zijn voor je gekozen profiel en de leerwerkgemeenschap waar je stage loopt. Ook de theorie heeft met deze vraagstukken te maken. Omdat de leerwerkgemeenschap hoort bij je gekozen profiel, kom je op school nieuwe gezichten tegen: andere studenten en misschien ook andere docenten dan je gewend bent.
Het laatste jaar volg je een minor van een half jaar en rond je je studie af met een afstudeerprogramma. Het afstudeerprogramma bestaat uit een Professioneel verhaal en een onderzoek en staat eveneens in het teken van het gekozen profiel. Je verricht individueel een praktijkgericht onderzoek voor een organisatie uit het werkveld naar keuze en je ontwikkelt een beroepsproduct.
Keuze en begeleiding
Keuze
In jaar 1 en 2 is een aantal studiepunten gereserveerd voor keuzevakken. Met keuzeonderwijs kun je invulling geven aan je specifieke leerbehoeften. Soms blijkt dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Bijvoorbeeld op het gebied van de Nederlandse taal.
Begeleiding
Alle studenten zijn uniek en hebben hun eigen ideeën over wat zij in hun studie willen bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Zo helpen we je om jezelf te overtreffen en het beste uit jezelf te halen. Als student krijg je een studieloopbaancoach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt. Ook kun je een peercoach krijgen: een ouderejaarsstudent die een jongerejaars begeleidt.
Studeren met een functiebeperking
Heb je een functiebeperking en heb je daarvoor aanpassingen of voorzieningen nodig, dan bieden we daarvoor verschillende mogelijkheden.
Verschil bachelor en Associate degree
Wat is het verschil tussen de bachelor Social Work en Associate degree Sociaal Werk ?
De bacheloropleiding Social Work is een vierjarige hbo-opleiding , waar je na succesvolle afronding een diploma Bachelor of Social Work ontvangt (niveau 6). Heb je het eerste jaar afgerond dan krijg je jouw propedeuse. Na vier jaar studeer je af met een gekozen profiel (Jeugd, GGZ, Zorg of Welzijn en Samenleving). Zowel het profiel Jeugd als GGZ geven recht op een registratie. Na het behalen van je diploma, kan je doorstromen naar een master-opleiding of direct het werkveld in.
De Associate degree (Ad) Sociaal Werk is een tweejarige praktische hbo-opleiding op niveau 5 en zit qua niveau tussen mbo (niveau 4) en bachelor (niveau 6) in. Na afronding kun je, indien gewenst, instromen in jaar 3 van de bacheloropleiding Social Work of direct het werkveld in.
Wil je meer weten over de verschillen? Docent Lilly legt het in onderstaand filmpje uit.
Minors
Met een minor maak je de studie persoonlijk en kun je je extra profileren op de arbeidsmarkt. Je verdiept je in je vakgebied of je verbreedt je kennis in de richting van je keuze. De onderstaande minors geven een beeld van het type minor dat je kunt verwachten.
Deze minor draagt bij aan jouw ontwikkeling tot agoog in de ggz. Je gaat aan de slag met het verbreden van je kennis over actuele opvattingen, behandelingen en methodieken in de ggz. Omdat jij zelf het instrument bent in contact met mensen met psychische kwetsbaarheid, is het trainen van je communicatieve en gespreksvaardigheden een onderdeel van het programma. De bewustwording over je houding en de morele kwesties in het werken met mensen met psychische kwetsbaarheid mogen daarbij niet ontbreken (ook in deze minor ontkom je dus niet aan reflecteren).
Thema’s die binnen de minor centraal zijn: Herstel ondersteunende zorg, Psychopathologie, Drang & dwang en (transcultureel) Systeemgericht werken. Het lesprogramma bestaat uit theorievakken, trainingen, gesprekken, opdrachten en omvatten psychiatrie in de breedste zin van het woord.
Let op! Studenten van Social Work met profiel Zorg, route GGZ mogen niet deelnemen aan deze minor.
Rotterdam heeft te maken met verschillende samenwerkingsverbanden, zoals projecten, organisaties en teams, waarbij veranderingsprocessen voortdurend aan de orde zijn. De minor Begeleidingskunde leidt jou op om als coach professionals en cliënten te begeleiden in een grootstedelijke omgeving. Binnen de minor werk en leer je vanuit een onderzoeks- en ontwikkelingsgerichte benadering. Hierbij wordt gebruikgemaakt van kennis uit diverse wetenschappelijke disciplines, zoals de sociale, de bedrijfs- en de geesteswetenschappen. Begeleidingskunde geeft daarmee een nieuwe dimensie aan de vele begeleidingsvormen en -methodieken die in de afgelopen decennia zijn ontstaan, zoals supervisie, counseling, mediation en loopbaanbegeleiding.
Middels diverse onderbouwde coachingsstrategieën en vanuit ethisch filosofisch perspectief geef je hier vorm aan. Inzicht en doorgronding van patronen en systemisch werken vormen een fundamentele start van kijken naar mensen in ontwikkeling. Dankzij de minor Begeleidingskunde kun je straks aan de slag als aspirant-coach, beginnend loopbaanbegeleider of aspirant-counselor. Kortom, een boeiende richting waarmee je straks alle kanten op kunt.
Geweld is overal, zichtbaar en onzichtbaar. Het komt voor op alle niveaus en in alle lagen van de bevolking. In Nederland en in het buitenland. Individueel en collectief. Tegen personen, tegen groepen, tegen landen, tegen instituten, tegen alles wat leeft. Geweld is niet weg te denken uit de samenleving. We hebben er ook allemaal een mening over en staan klaar om het direct te veroordelen. Denk bijvoorbeeld aan de #MeToo-discussie en het onderzoek van Amnesty International waaruit blijkt dat een op de 10 studentes wordt verkracht tijdens de studietijd. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt van alle levende wezens de mens de meest gewelddadige soort. Waarom dan een minor over zo’n alledaags onderwerp? Omdat het juist de alledaagsheid is die ons blind maakt.
We zijn onmachtig in onze pogingen het geweld te herkennen en te bestrijden. Was het maar waar dat de cijfers in de rapportages ook maar enigszins in de buurt kwamen van de prevalentie. Was het maar waar, dat als we het signaleren we dan ook weten hoe we ermee om moeten gaan. Was het maar waar dat wij iets meer zicht zouden hebben op hoe gewelddadig wij zelf zijn. Waarom is geweld soms zo allesoverheersend pijnlijk en tegelijk zo onzichtbaar? En wat moet je doen om te helen van geweldservaringen? Dat zijn vragen waar we in de minor Geweld een antwoord op proberen te vinden.
Ben je nieuwsgierig naar hoe je met jeugdigen een authentieke en wezenlijke relatie aan kunt gaan, zelfs in een gedwongen kader? Wil je weten welke ondersteuning en begeleiding jeugdigen met ingrijpende jeugdervaringen (ACE’s) en vroegkinderlijke trauma tijdens het opgroeien nodig hebben? En wil je leren hoe jij als persoon én als professional krachtig en vitaal kunt blijven in een steeds veranderend werkveld van de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering waar de werkdruk hoog is? Volg dan de minor Jeugd!
Binnen de minor Jeugd richt je je op het voorkomen of beperken van (verdere) schade aan jeugdigen. Je werkt in complexe beroepssituaties waarbij de wensen en behoeften van jeugdigen rondom opgroeien, ontwikkelen en participeren niet altijd overeenkomen met die van de ouders. Ook spelen maatschappelijke belangen een rol, want de toekomst van de jeugd is de toekomst van de samenleving. De minor Jeugd sluit voor 30 EC aan op de landelijke richtlijnen ‘profiel Jeugd’ (SKJ Kwaliteitskader en registratiekamer jeugd- en gezinsprofessionals) om jeugdprofessionals te professionaliseren.
Let op: Voor deze minor is praktijkervaring door stage, vrijwilligerswerk of werk met jeugdigen ten zeerste aan te raden.
Slavernij is officieel afgeschaft, maar er worden op dit moment meer mensen uitgebuit dan ooit. Kijken we weg of willen we persoonlijk en in onze beroepspraktijk het verschil maken? Mensenhandel is een complex en breed maatschappelijk vraagstuk. Daarom vereist de bewustwording en bestrijding van mensenhandel een brede multidisciplinaire aanpak. Mede daarom zijn we enthousiast dat deze minor gevolgd wordt door studenten uit alle disciplines.
Ons doel is om jou bekend te maken met mensenhandel, op een wijze die ervoor zorgt dat je geraakt wordt, in beweging komt en weet hoe te signaleren en te handelen. Dit doen we door lef en nieuwsgierigheid aan te wakkeren, theoretische en ervaringskennis te bieden vanuit slachtoffer-, dader- en handelingsperspectief, en door jou vaardigheden te laten opdoen, bijvoorbeeld rondom het interdisciplinair samenwerken en het inschakelen van de keten.
De minor staat daarnaast stil bij de gevolgen van trauma en dehumanisering, en bij de vraag wat nodig is om tot herstel en empowerment te komen. Dit wordt belicht vanuit mensenrechten, cultuur, politiek, opsporing en ethiek. Ook leer je wat de gevolgen zijn voor de slachtoffers en wat nodig is om te komen tot herstel en empowerment. Je leert kijken naar wie je zelf bent als mens en als professional en hoe jij het verschil kunt maken!
In de media is er de laatste jaren veel aandacht voor mensen met verward gedrag. Bij een klein aantal van deze ingrijpende gebeurtenissen is de dader een persoon met een psychische aandoening, waarvoor die op dat moment geen adequate zorg ontvangt. Vanaf het moment van de moord door de geesteszieke Bart van U. op oud-minister Els Borst en op zijn zus Loïs, is de aandacht voor de gebreken in de zorg voor verwarde personen in een stroomversnelling geraakt.
Voor het realiseren van een goede aanpak is het belangrijk, dat professionals uit het medische, sociale, veiligheids- en welzijnsdomein samen optrekken. Daarom staat deze minor open voor studenten van gerelateerde opleidingen binnen en buiten Hogeschool Rotterdam. Voor studenten van Social Work is deze minor een verbreding en verdieping van dit onderwerp. In de minor wordt de theorie over verward gedrag gekoppeld aan de praktijk en leer je vaardigheden die je nodig hebt in de praktijk. Je leert verward gedrag te herkennen en te duiden, zodat je vervolgens op een adequate manier contact kunt leggen wanneer mensen in crisis zijn, maar ook leer je de persoon en zijn omgeving te begeleiden ná de acute fase. Voor het praktijkgedeelte werk je in een groepje samen aan het oplossen van echte praktijkvraagstukken rond personen met verward gedrag. Ervaringsdeskundigen en professionals uit de praktijk zijn zeer nauw betrokken bij de minor en bij de op te lossen vraagstukken. In het derde en laatste blok wordt er specifiek aandacht besteed aan cultuur en verward gedrag.
Deze minor bereidt je voor op het werken met volwassenen en jongeren die gedrag vertonen dat schadelijk is voor henzelf en/of voor hun omgeving en daarom gedwongen hulpverlening moeten accepteren. Dit vraagt om een andere aanpak dan het werken met mensen die vrijwillig meewerken. De mensen met wie je te maken krijgt, hebben bijvoorbeeld een verslaving (forensisch-)psychiatrische problematiek, een verstandelijke beperking, of een combinatie van psychiatrische en gedragsproblemen. Het zijn mensen voor wie hulpverlening noodzakelijk is om het leven weer op de rit te krijgen.
De minor richt zich op justitieel ingrijpen en het veranderen van gedrag, ook al is de cliënt in kwestie vaak niet gemotiveerd om te veranderen. Dit vergt een speciale aanpak: naast behandeling en begeleiding bij re-integratie in de maatschappij, krijg je ook te maken met risicobeheersing. Je leert hoe je cliënten zo beïnvloedt dat de kans op herhaling kleiner wordt en er weer meer perspectief is op deelname aan de samenleving. Je leert de spanning tussen begeleiden en beheersen te hanteren, en daarmee tussen zorg en welzijn enerzijds en justitieel ingrijpen anderzijds. Dit vergt een grote mate van professionaliteit van jou als hulpverlener.
De minor is zeer praktijkgericht, erkend door het werkveld en wordt inmiddels op elf hogescholen gegeven.
Ben jij geïnteresseerd in technologie én gedragsverandering? Dan is dit dé minor+ voor jou! Bij App je Happy ga je aan de slag met het ontwerpen en bouwen van digitale oplossingen voor reallifecases rondom het ondersteunen en versterken van kinderen en jongeren in verschillende contexten. Deze cases draaien om het bevorderen van de (mentale) gezondheid en ontwikkeling van kinderen en jongeren. In deze minor+ ga je dat onderzoeken met behulp van diverse experts en kom je al experimenterend uit op een digitale oplossing. Co-creatie en creativity is key!
In de minor App je Happy ga je aan de slag met het ontwerp van creatieve technologie binnen het sociale domein. Hierbij werk je aan real life cases rondom het ondersteunen en versterken van kinderen en jongeren in verschillende contexten. Naast je eigen multidisciplinaire team werk je samen met de doelgroep en experts uit de praktijk op het gebied van onderwijs, jeugdhulp, wetenschap en technology design. Je baseert je op literatuur, maar ook op echte experimenten. Kortom; bij ons kun je écht maatschappelijke impact maken met technologie!
Student van andere hogeschool?
Ben je student bij een andere hogeschool en wil je een minor bij Hogeschool Rotterdam volgen? Bekijk je mogelijkheden op Kiesopmaat.nl. De minors van Hogeschool Rotterdam duren een half jaar (september - februari) en leveren 30 EC (studiepunten) op.
Internationale mogelijkheden
Tijdens je studie kijk je niet alleen over de grenzen van je beroep, maar ook over de grenzen van je land. Denk bijvoorbeeld aan de universele rechten van de mens. Alle thema’s binnen de opleiding Social Work kun je lokaal, regionaal, nationaal en internationaal benaderen. Ook is het mogelijk om zelf naar het buitenland te gaan voor je stage of om een minor te volgen.
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Social Work (BSW) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren.
Ook ontvang je bij je diploma een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Beroepen
Na het afstuderen ben je een breed opgeleide professional die binnen het sociale domein alle kanten op kan. Welk beroep je ook kiest, steeds werk je met mensen die het (even) niet meer alleen kunnen en die soms tijdelijk, soms langdurig, ondersteuning of hulp nodig hebben. Sommigen hebben opvoedingsvragen, anderen relatieproblemen, schulden- of huisvestingsproblemen, psychiatrische problemen, verslavingsproblemen. Meer dan we hier kunnen opnoemen. Als social worker probeer je samen met hen de situatie te verbeteren en netwerken te versterken. Bijvoorbeeld als gezinscoach in het wijkteam, als woonbegeleider met (verstandelijk) gehandicapten, als groepsleider in de (jeugd)detentie of als jongerenwerker.
Wat is jouw rol als social worker?
Een greep uit de vele vraagstukken waar je als social worker mee te maken kunt krijgen.
Bekijk enkele kritische beroepssituaties
Registratie ggz-agoog en jeugd- en gezinsprofessional
Registratie ggz-agoog
Als je kiest voor de GGZ-route binnen profiel Zorg kun je je laten registreren in het beroepsregister voor ggz-agogen. Registratie als ggz-agoog betekent dat je beschikt over de juiste competenties, goede kwalificaties en actuele kennis in de ggz. Een pre voor werkgevers.
Registratie jeugd- en gezinsprofessional
Met het uitstroomprofiel Jeugd kun je je registeren als jeugdzorgwerker bij het kwaliteitsregister Jeugd. Registratie als jeugdzorgwerker betekent dat je beschikt over de juiste competenties, goede kwalificaties en actuele kennis in het jeugddomein. Een pre voor werkgevers.
Doorstuderen
Na het afronden van de opleiding kun je bijvoorbeeld verder studeren bij de Master Pedagogiek, de Master Management en Innovatie of de Master Begeleidingskunde van Hogeschool Rotterdam. Je moet hiervoor wel relevant werk hebben.