Menu
    English

    Verloskunde voltijd

    • Duur en startmoment

      4 jaar, september

    • Opleidingstype

      Voltijd Bachelor

    • Taal

      Nederlands

    Lijkt het je leuk om zwangere vrouwen en hun partners te begeleiden en te adviseren bij hun kinderwens, zwangerschap, baring en kraambed? Dan is de opleiding Verloskunde echt iets voor jou!

    Als verloskundige begeleid je vrouwen en hun (ongeboren) kinderen in de periode dat ze zwanger willen worden tot zes weken na de bevalling. Dit betekent dat je veel moet weten over het verloop van het geboorteproces. Je baseert je handelen op de wens van de vrouw en haar partner, wetenschappelijk onderzoek en je eigen ervaring als verloskundige. Als verloskundige moet je zelfstandig en vaak ook heel snel beslissingen kunnen nemen, bijvoorbeeld bij een baring. Het is daarom van belang dat je voldoende kennis hebt en zelfstandig kunt werken. Daarnaast moet je stressbestendig zijn, omdat je soms belangrijke beslissingen moet nemen in moeilijke situaties.

    Het is jouw taak om de risico’s voor de vrouw in kaart te brengen en met haar afwegingen te maken hoe verder te handelen. Daarbij werk je samen met collega-verloskundigen, kraamverzorgenden, huisartsen, gynaecologen, verpleegkundigen en andere disciplines.

    In Nederland hebben de meeste verloskundigen een eigen praktijk. Daarom zijn administratieve werkzaamheden en bedrijfsvoering ook onderdeel van de opleiding. Je kunt als verloskundige ook gaan werken in een ziekenhuis, het onderwijs of als onderzoeker.

    Let op! Voor deze opleiding geldt een selectieprocedure. Aanmelden is mogelijk van oktober tot uiterlijk 15 januari.

     Topopleiding keuzegids 2024

    Voorlichtingsactiviteiten

    Bekijk het aanbod en meld je aan
    Alles over de open dag van Verloskunde

    Studie in Cijfers

    studiekeuze123.nl/studie-in-cijfers
    Laatste wijziging op 28-08-2024 Bekijk meer informatie over Studie in Cijfers
    Deze opleiding
    Landelijk gemiddelde deze studie (4 opleidingen)

    Na het afstuderen (landelijke cijfers)

    Baan op niveau

    100%

    Baan binnen het vakgebied

    98%

    Een baan vinden

    2 maanden

    Toelichting van de opleiding

    Let op! Het aantal zelfstandigen binnen dit vakgebied is hoog.

    Opbouw

    Hoe is de opleiding opgebouwd?

    Onderwijsvisie

    Bij de opleidingen van Hogeschool Rotterdam voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.

    Kenmerkend voor het onderwijs van Hogeschool Rotterdam is de aandacht voor:

    • De kennisbasis van het beroep
    • Handelen in de beroepspraktijk
    • Je eigen professionele identiteit

    Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden

    Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.

    Thema's en beroepstaken

    De opleiding is opgebouwd rond de taakgebieden van de verloskundige zorg: reproductieve zorg, organisatie en wetenschappelijke onderbouwing van de zorg en professionalisering zowel individueel als van het beroep. In alle onderwijsperioden wordt aandacht besteed aan de wetenschappelijke onderbouwing en de organisatie van de verloskundige zorg en jouw professionele ontwikkeling. Hieronder vind je een globaal overzicht hoe de taakgebieden in het onderwijsprogramma worden vormgegeven.

    • Onderwijsperiode 1 en 2: reproductieve zorg met nadruk op public health en fysiologische prenatale zorg (stage eerstelijns verloskundige praktijk & begeleiding van een zwangere vanuit cliënt perspectief)
    • Onderwijsperiode 3 en 4: natale en postnatale zorg (5 weken stage eerstelijns verloskundige praktijk, 1 week stage ketenpartners*)

    *Ketenpartners zijn andere disciplines waarmee je samenwerkt, dit kan eerste- en tweede lijn zijn. In deze stage gaat het om eerstelijnspartners. Denk hierbij aan kraamzorg, een laboratorium, bekkenfysiotherapeut, diëtiste, ambulance of abortuskliniek. 

    • Onderwijsperiode 1 en 2: reproductieve zorg met nadruk op de pathologie in de prenatale zorg (je gaat stage lopen in de eerste- en tweedelijnszorg
    • Onderwijsperiode 3 en 4: reproductieve zorg met nadruk op pathologie in de natale en postnatale zorg ( 9 weken stage in tweede lijn)
    • Onderwijsperiode 1 en 2: minor
    • Onderwijsperiode 3 en 4: reproductieve zorg met nadruk op preconceptiezorg en psychosociale en ethische aspecten van geboortezorg. Organisatie van zorg vanuit kwaliteits- en marketingperspectief en hoe integrale geboortezorg in samenwerking met ketenpartners vormgegeven kan worden (6 weken stage eerste lijn).
    • Onderwijsperiode 1 en 2: 13 weken stage in eerste lijn en 7 weken stage in tweede lijn
    • Onderwijsperiode 3 en 4: afstudeeropdracht en 9 weken stage in eerste lijn

    Het eerste jaar

    Het eerste jaar is gericht op kennismaking met het beroep, zowel vanuit cliëntperspectief als vanuit het perspectief van de verloskundige. Je leert over public health (het voorkomen van ziekten en stimuleren van gezond gedrag) en alle taakgebieden van het beroep: reproductieve zorg, organisatie van zorg, wetenschappelijke onderbouwing en professionalisering van het beroep. Al deze taakgebieden zijn vooral gericht op de fysiologie. In ons onderwijs staat de praktijk centraal, dus nemen we steeds de cliënt als uitgangspunt. Je werkt aan praktijkproducten, die bruikbaar zijn voor de beroepspraktijk. Al in het eerste semester start je met ‘Leren in de Praktijk’. Je loopt mee met een zwangere zodat je de verloskundige zorg leert kennen vanuit het cliëntperspectief. Later loop je ook stage in een eerstelijns praktijk, om het beroep te leren kennen vanuit het verloskundigenperspectief. Je werkt aan individuele- en groepsopdrachten. Je wordt getoetst op basis van deze producten, kennistoetsen en ieder semester wordt afgesloten met een assessment, waarmee je jouw competentieniveau in de praktijksituatie aantoont.

     

    Na het eerste jaar

    In de hoofdfase ga je jezelf verder verdiepen in de beroepstaken. De complexiteit neemt toe doordat er wordt ingegaan op de pathologie en psychosociale processen. Ook wordt aandacht besteed aan preconceptiezorg en de organisatorische competenties van de verloskundige zorg. Leren in de praktijk bestaat in het tweede jaar uit perioden in de eerste en de tweede lijn. In het derde jaar valt de minor en een periode leren in de praktijk in de eerste lijn. Ook komen in het derde jaar maatschappelijke onderwerpen aan de orde. Het vierde jaar bestaat hoofdzakelijk uit leren in de praktijk. In de eerste helft van het jaar zowel in de eerste als tweede lijn en in het laatste halfjaar in de eerste lijn, waarin je laat zien startbekwaam te zijn als verloskundige. Dit toon je aan via een ‘startbekwaam assessment’. Ook besteed je een kwartaal aan een eigen onderzoek. Ieder studiejaar wordt getoetst door één of meerdere assessments en wordt met kennistoetsen afgesloten.

    Keuze en begeleiding

    Keuze

    Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd (hogeschoolbrede) keuzevakken. Dit biedt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Via een minor in de hoofdfase van je studie kies je een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.

    Begeleiding

    Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt. Ook kun je een peercoach krijgen: een ouderejaarsstudent die een jongerejaars begeleidt.

    Studeren met een functiebeperking

    Heb je een functiebeperking en heb je daarvoor aanpassingen of voorzieningen nodig, dan bieden we daarvoor verschillende mogelijkheden.

    Stage lopen

    • De stage begint al tijdens het eerste studiejaar, want bijna de helft van de opleiding bestaat uit stages. Er zijn zowel stages in de eerstelijnspraktijk als in het ziekenhuis. In het 4e jaar laat je tijdens je laatste stage zien dat je de volledige verloskundige zorg kunt verlenen en organiseren. Ook laat je zien dat je, je handelen wetenschappelijk kunt onderbouwen.  

    • Belangrijke aandachtspunten 
      • Het is niet mogelijk zelf stagepraktijken aan te dragen.  
      • Hepatitis B vaccinatie is verplicht voor stages in het ziekenhuis.  
      • Flexibiliteit wordt tijdens stage verwacht:stage lopen gebeurt niet alleen van 9-17u.   

    Minors

    In de laatste fase van je opleiding verdiep je je door middel van een minor in je vakgebied of verbreed je je kennis in een door jou gewenste richting. De onderstaande minors geven een beeld van het type minor dat je kunt verwachten.

    Vanwege de vergrijzing en de ontgroening is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen optimaal participeren op de arbeidsmarkt. In deze minor leer je onder andere hoe je kan bijdragen aan het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt. Je gaat je verdiepen in de ondersteuning van integratie in werk van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt en de re-integratie van mensen die verzuimen wegens gezondheidsklachten.

    De jeugd is de gezondste leeftijdsgroep binnen onze samenleving. Maar tegelijkertijd is de jeugd ook kwetsbaar. De Raad voor Volksgezondheid wil de focus op ziekte en gezondheid verschuiven naar gedrag en gezondheid. Dit vraagt nogal wat van kinderen en jongeren met een beperking. En van de zorgprofessionals die met deze kinderen en jongeren werken. In deze minor ga je aan de slag met vraagstukken uit de praktijk, op het terrein van de zorg voor kinderen en jongeren met specifieke zorgbehoeften. De onderwerpen zijn ziekte-overstijgend en gaan over thema’s waar je als hulpverlener kennis van moet hebben om zorg te verlenen aan kinderen en jongeren met specifieke zorgbehoeften.

    Een meerderheid van de artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners in de gezondheidszorg krijgt regelmatig te maken met geweld. Het geweld leidt tot een verminderde kwaliteit van de gezondheidszorg en stress voor de werknemers. In Nederland krijgt ruim de helft van de werknemers in de gezondheidszorg te maken met fysiek, verbaal of psychisch geweld. In deze minor verdiep je je in de achtergronden van geweld tegen hulpverleners en leer je deze ontwikkelingen in internationaal perspectief te plaatsen.

    Ben jij avontuurlijk ingesteld? Durf jij de uitdaging aan om over jouw eigen grenzen, over de grenzen van je eigen opleiding en over de landsgrenzen te kijken? Ben jij nieuwsgierig en wil jij op zoek gaan naar duurzame, creatieve en innovatieve oplossingen om gezondheidszorgverschillen terug te dringen? In deze minor word je uitgedaagd, in samenwerking met studenten van verschillende opleidingen en (internationale) opdrachtgevers, een bijdrage te leveren aan één van de vraagstukken gericht op het verminderen van gezondheidsverschillen.

    Tijdens deze minor leer je de basisprincipes van het maken van een tweede trimester echo. Hierbij komen aspecten aan bod als: het bepalen van de ligging van de foetus en placenta en het bepalen van de hoeveelheid vruchtwater. Naast hoor- en werkcolleges krijg je ook praktijklessen. Deze vinden plaats binnen de hogeschool in de vorm van de ‘studenten echo-poli’, waar zwangere vrouwen gratis kunnen deelnemen aan een echo-onderzoek. Daarnaast ga je ook aan de slag met een onderzoeksvraag van een externe opdrachtgever.

     

     

    Student van andere hogeschool?

    Ben je student bij een andere hogeschool en wil je een minor bij Hogeschool Rotterdam volgen? Bekijk je mogelijkheden op Kiesopmaat.nl. De minors van Hogeschool Rotterdam duren een half jaar (september - februari) en leveren 30 EC (studiepunten) op.

    Afstuderen

    • In het vierde jaar ga je afstuderen. Hiervoor doe je in duo met een medestudent een afstudeeronderzoek rondom een verloskundig onderwerp. Dit afstudeeronderzoek doe je in samenwerking met het Kenniscentrum Zorginnovatie of met een andere opdrachtgever. 

    • Het Kenniscentrum Zorginnovatie is een onderzoeksinstituut binnen Hogeschool Rotterdam. Zij zijn sterk verbonden aan het Instituut voor Gezondheidszorg waar de opleiding Verloskunde onder valt. 

    Internationale mogelijkheden

    De opleiding is betrokken bij internationale projecten, waar je soms als student in kunt participeren. Een stage in de verloskundige zorg in het buitenland is in zeer beperkte mate mogelijk in verband met de verplicht te behalen verrichtingen die specifiek zijn voor de Nederlandse situatie. In het kader van je minor of je afstudeeronderzoek kun je betrokken zijn bij een project in het buitenland.

    "Stage lopen op de verlosafdeling in Oostenrijk was een hele gave ervaring. Je leert over de overeenkomsten en verschillen in de geboortezorg in een ander land, maar ook op persoonlijk vlak ontwikkel je je."

    Verloskunde student Sifra

    Na je studie

    Wat kun je doen na de opleiding?

    Na je afstuderen

    Gefeliciteerd, je bent verloskundige! Je mag de titel Bachelor of Science (BSc) achter je naam zetten.

    Bij je diploma ontvang je een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.

    Heb je het Honoursprogramma gevolgd? Dan krijg je ook een honours degree 

    Beroepen

    Je kunt gaan werken als verloskundige in je eigen (groeps)praktijk of als verloskundige in dienstverband in een praktijk, gezondheidscentrum of ziekenhuis. Ook kun je gaan werken in een ontwikkelingsland of als medewerker bij een opleiding (als docent) of een onderzoeksinstituut. Door de instroombeperking voor de opleiding is er een goede balans tussen instroom en uitstroom op de arbeidsmarkt.

    Doorstuderen

    Na het afronden van de opleiding Verloskunde heb je verschillende mogelijkheden om door te studeren aan een hogeschool of universiteit. Bij Hogeschool Rotterdam kun je bijvoorbeeld de master Physician Assistant, subspecialisatie Klinisch Verloskundige volgen. Daarbij richt je je op complexe verloskundige problematiek. Voordat je met de opleiding kunt starten, moet je wel minimaal twee jaar relevante werkervaring hebben. Daarnaast kan je kiezen voor de masteropleiding Verloskunde.

    Naast je werk als verloskundige kan je bijvoorbeeld aanvullende opleidingen volgen om aan de slag te gaan als echoscopiste, lactatiekundige of je verdiepen in het voorschrijven en plaatsen van anticonceptie.  

    Huidige arbeidsmarkt

    Bron: landelijke cijfers Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), mei 2024

    Locatie

    Waar ga je studeren?

    Niet op zoek naar deze opleiding?

    Kijk ook eens naar deze opties