Waarom een nieuw curriculum?
De opleiding Vastgoedkunde draait op een oud curriculum. Zij hebben de afgelopen jaren op didactisch en inhoudelijk vlak veel aan onderwijsvernieuwing gedaan en verbeteringen doorgevoerd. Maar dit alles binnen de kaders van het huidige curriculum. Die rekbaarheid was op. Het beroepenveld vraagt om een ander type professional dan toen de opleiding startte. De wens om actueel te blijven en de maatschappelijke opgaven een belangrijke plek in het onderwijs te geven, heeft impact op hoe het onderwijs ingericht moet worden. Daarmee kwam in 2018 voor het eerst de wens voor een nieuw curriculum op tafel.
Tegelijkertijd sloot deze wens ook aan bij de ontwikkeling van het nieuwe landelijke opleidingsprofiel. “Omdat wij al goed zicht hadden op de veranderende context van het werkveld, konden wij hier proactief in meedenken” aldus Niels. Hij heeft hier daarom namens de opleiding ook actief aan meegeschreven. “De insteek van het nieuwe landelijke opleidingsprofiel, de IGOvisie en de behoeften vanuit het werkveld sluiten daardoor mooi op elkaar aan. Dat maakte het ook voor de collega’s een logische stap om met deze curriculumvernieuwing aan de slag te gaan.”
Hoe zijn jullie deze onderwijsvernieuwing gestart?
Door de coronapandemie heeft de start van het ontwikkelen van een nieuw curriculum vertraging opgelopen. Maar zodra het weer kon, heeft de opleiding een 2-daagse voor alle collega’s georganiseerd als kickstart. Aan de hand van het curriculaire spinnenweb van Van den Akker hebben ze met elkaar gekeken wat zo’n curriculumvernieuwing inhoudt. Ook zijn ze met elkaar in gesprek gegaan over het waarom ze een curriculumvernieuwing willen. Wat betekent dat voor de rol van docenten en studenten? En welke professionals willen en moeten zij in de huidige tijd opleiden? Iedereen uit de opleiding deed hieraan mee. Dit leverde waardevolle discussies en mooie, nieuwe én vernieuwende inzichten op. Zoals dat het nieuwe curriculum studenten beter, sneller en met meer plezier naar het diploma moet leiden. Tegelijkertijd kwam ook het besef dat deze vernieuwing iets van het hele team zou vragen en dat ze écht met zijn allen aan de bak moesten.
“Dat is het allerbelangrijkste bij een curriculumvernieuwing, weten wat je niet kunt, dat accepteren en daar hulp bij vragen. Zo kom je tot nieuwe kennis en vaardigheden.”
Hoe hebben jullie deze onderwijsvernieuwing aangepakt?
Maarten: “We zijn met elkaar het experiment aangegaan. De initiatieven kwamen uit het hele team en ze kregen ook de ruimte om dit binnen het huidige curriculum uit te proberen, te toetsen en aan te vullen. Dat leidde er toe dat veel collega’s vol enthousiasme die ruimte pakten en met resultaat! Zo hebben een aantal docenten dit jaar een integrale onderwijseenheid van 19 punten ontwikkeld en uitgevoerd, passend bij de principes uit de IGOvisie. We hebben hier een hoop van geleerd. Dat nemen we mee in de ontwikkeling van ons nieuwe curriculum.” Ook volgt de opleiding een gestructureerd ontwikkelpad. Ze hebben opeenvolgende werkgroepen met elk een eigen briefing en opdracht, gekoppeld aan de specifieke fase waarin ze op dat moment zitten. In elke werkgroep zitten weer andere collega’s met een andere expertise. En altijd gaat er tenminste een collega door naar de volgende werkgroep voor een goede overdracht. Daarnaast worden de uitkomsten ook altijd aan het hele team gepresenteerd. Niels: “Hierdoor vielen verschillende puzzelstukjes in elkaar. Maar dat vereiste veel discussies, praten, leren, verwerken en herkauwen. En natuurlijk keuzes maken. We hebben echt elkaars taal moeten leren spreken.”
Om tot besluiten te komen, hebben ze bewust gekozen voor vastgestelde oplevermomenten. Zo blijven ze doelgericht met elkaar in gesprek van oplevering naar oplevering. Hier hebben Ilona Plessius en Priscilla Hompus van team Onderwijsinnovatie een zeer belangrijke rol in gespeeld. De opleiding kwam namelijk al vroeg in het ontwikkelproces tot de conclusie dat zij een aantal dingen niet zelf kunnen en daar hulp bij nodig hebben. Maarten: “Dat is het allerbelangrijkste bij een curriculumvernieuwing, weten wat je niet kunt, dat accepteren en daar hulp bij vragen. Zo kom je tot nieuwe kennis, vaardigheden en gedrag. Wij hebben zo bijvoorbeeld heel veel geleerd op didactisch en pedagogisch vlak”.
Hoe sluit het IGO casco en de IGOvisie aan bij jullie nieuwe curriculum?
De opleiding ontwikkelt het onderwijs binnen de kaders van het IGO casco. Zij zijn nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling hiervan. “Door eraan mee te werken, overkomt het je niet”. Zo testen ze dit jaar al een module van 19 punten. Daarnaast sluiten de ontwikkelingen die de opleiding al had ingezet mooi aan bij de IGOvisie. De complexiteit van de opgaven vraagt om een andere inrichting van het onderwijs. Studenten zien een module en een project vaak nog los van elkaar. Maar juist door die met elkaar te integreren wordt het onderwijs betekenisvoller. Ze leren hun vaardigheden direct toepassen in de praktijk. Daarnaast is Maarten erg blij met de positieve insteek van het docententeam. Ze zoeken de potentie van een ontwikkeling en benutten die. Het IGO-casco en de IGOvisie hebben de curriculumvernieuwing daardoor in een versnelling gebracht. En dankzij deze positieve en ontwikkelgerichte aanpak van alle docenten zijn ze ook een heel eind op weg met de doelen vanuit de Strategische Agenda van de hogeschool.
Waar staan jullie nu?
De opleiding gaat een spannende 1,5 jaar in waarin ze het onderwijs van jaar 1 en 2 gaan maken. Over een half jaar – op 1 september 2024 – start jaar 1 van de opleiding met het nieuwe curriculum. Ze zijn goed op stoom en de sfeer is goed. Dat moet natuurlijk ook zo blijven. Veel vernieuwingen stranden namelijk op teamgedoe. Niels: “Tuurlijk zijn er collega’s met terechte zorgen.” Sommige dingen gaan ze meer doen en andere minder. Dat vraagt van docenten om te vernieuwen en aan te passen. Bestaande zaken anders te doen, en soms ook iets los te laten. Maar doordat ze de ontwikkelingen als opleiding samen hebben doorlopen zien collega’s dit vaak ook al aankomen. Maarten: “Maar bij het praktisch ontwikkelen, wordt wel tastbaarder wat anders is. Daar gaan we nu met elkaar achter komen.”
“Durf te experimenteren met vernieuwing in je huidige curriculum”
Wat denken jullie dat andere opleidingen van jullie aanpak kunnen leren?
Maarten: “Maak heldere afspraken met elkaar, zo helder mogelijk. Durf in de aanloop te experimenteren met vernieuwingen in je huidige curriculum. En bied iedereen in het team vanuit zijn of haar eigen functie een rol in deze curriculumvernieuwing. Daarbinnen heb je de denkers, de gestructureerden en creatievelingen. Eén rol hadden we niet perse van te voren bedacht, maar blijkt wel heel cruciaal te zijn in ons proces. Dat is de rol van Nynke Broekman. Zij houdt het overzicht op de samenhang, zodat we de juiste stap op het juiste moment nemen. Daarnaast houdt zij ons regelmatig in elke fase een spiegel voor. Ze schroomt niet om de lastige en kritische vragen die er leven gewoon te stellen. Zo blijven we op koers. Zij is heel natuurlijk in deze rol gegroeid en heeft hem ook gepakt. Zo’n type persoon heb je écht nodig.”
Meer weten?
Wil je meer weten over hoe Vastgoedkunde deze curriculumvernieuwing heeft aangepakt binnen de kaders van het IGO casco en in de richting van de IGOvisie? Dan ben je welkom om hierover contact op te nemen met Maarten van Os, onderwijsmanager en Niels Kropman, hoofddocent en voorzitter van de curriculumcommissie. Of uiteraard een van de andere collega’s uit het docententeam van de opleiding Vastgoedkunde.
24 januari 2024