Menu
    English

    Opleiding Ergotherapie

    Wat je als (stage)werkveld over onze opleiding wilt weten

    Bij Hogeschool Rotterdam leiden wij onze studenten op tot ondernemende, onderzoekende en kritische ergotherapeuten. Wij vinden het belangrijk dat onze studenten een goed beeld krijgen van zichzelf, hun kwaliteiten en ontwikkelpunten. Wij ondersteunen deze transformatie naar volwassenheid binnen ons onderwijsprogramma door verbinding en autonomie centraal te stellen en door studenten te laten ervaren dat zij het kunnen.

    Toon:

    Feedback

    Om studenten een goed beeld te geven van hun eigen ontwikkeling, werken wij met feedbackmomenten in onze opleiding. Dit doen wij zowel op school als in de praktijk. Dit helpt ze om een beter beeld te krijgen van zichzelf, hun kwaliteiten en ontwikkelpunten. Ook helpt de feedback studenten om nieuwe activiteiten te kiezen waar ze feedback op gaan vragen. Een voorbeeld kan zijn dat de student feedback heeft gekregen omdat hij één vaardigheid gebruikt tijdens de sessie, die de client onvoldoende helpt om te werken aan het behandeldoel. De student kan dan als tip krijgen om te kijken welke vaardigheid hij nog meer kan inzetten.

    Daarnaast helpen deze feedbackmomenten ook de docent en het werkveld om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van de student. Zo kun je bijvoorbeeld constateren dat hij te weinig weet over een ziektebeeld, omdat dit hem limiteert bij het inzetten van zijn ergotherapeutische vaardigheden. Als tip kun je de student vragen welke theorie hij denkt te kunnen lezen om zich hier verder in te verdiepen.

    Wil je hier meer over weten of ermee oefenen? Volg dan onze e-learning die wij speciaal voor jou hebben ontwikkeld.

    Naar de e-learning

    Programmatisch toetsen

    Dit is een manier van onderwijs, waar wij in 2019 mee zijn gestart. Sinds september 2021 heeft ook het werkveld met deze manier van onderwijs te maken . De vorm en inhoud van begeleiden zijn veranderd van toetsing naar feedback en doet meer recht aan de bijdrage van de praktijkbegeleider en de student. De tijd die het begeleiden in beslag neemt is hetzelfde gebleven.

    Opbouw

    Hoe is de opleiding opgebouwd?

    Jaar 1 en 2

    In jaar 1 en 2 leren studenten zich te ontwikkelen met behulp van feedback. Ze leren feedback te vragen, ontvangen en geven. Met deze feedback monitoren en sturen zij hun eigen ontwikkeling.

    In deze twee studiejaren is er ook een prominente plek voor praktijkervaring. Studenten zijn minimaal 1 dag per week aan de slag op een leer-werkplek buiten de hogeschool. De praktijkervaring die ze hier opdoen is ondersteunend aan het onderwijs, omdat de praktijk de rijkste en meest adequate leeromgeving is. Ze organiseren deze praktijkervaring zelfstandig, hiermee willen we zelfsturing bevorderen.

    Daarnaast werken we in deze twee studiejaren ook veel met simulanten om praktijksituaties na te bootsen en studenten voor te bereiden op de echte praktijk.

    Toetsing jaar 1 en 2

    Studenten werken gedurende studiejaar 1 en 2 aan leeruitkomsten die zijn gebaseerd op de beroepscompetenties. Dit doen zij door feedback te vragen op activiteiten in de praktijk en op school. Al deze feedback samen vormt een dossier, welke ze inleveren als toets. Dit is de validatietoets.

    Met de validatietoets wordt elk half jaar de voortgang van hun ontwikkeling getoetst. In deze toets wordt door beoordelaars gevalideerd wat de student heeft laten zien. Het niveau van deze toets gaat gedurende deze twee studiejaren geleidelijk omhoog.

    Jaar 3 en 4

    Waar in jaar 1 en 2 de praktijkervaring ondersteunend is aan het onderwijs, is dat in jaar 3 en 4 juist andersom. In jaar 3 en 4 van de opleiding ergotherapie werken studenten in de beroepspraktijk tijdens drie stageperiodes aan het verder ontwikkelen van alle beroepscompetenties op eindniveau. De volgorde waarin studenten dat doen is flexibel en wordt mede bepaald door de context of het werkveld waar zij stage lopen. De praktijkervaring staat centraal en ons onderwijs is hier ondersteunend aan.

    De student wordt gedurende deze twee jaar begeleid door een Persoonlijk Ontwikkel begeleider (POB-er). De POB-er helpt de student in het maken van bewuste ontwikkelgerichte keuzes.
    Meer informatie over de stage is te vinden onder leren in de praktijk.

    Toetsing jaar 3 en 4

    De beroepscompetenties zijn op eindniveau beschreven (beheersniveau 3). Studenten werken gedurende studiejaar 3 en 4 naar dit eindniveau toe. Dit doen zij door feedback te vragen op activiteiten in de praktijk en op school. Al deze feedback samen vormt een dossier, welke ze inleveren als toets. Dit is de validatietoets.

    Aan het eind van elk semester wordt met een validatietoets geëvalueerd hoe de competentieontwikkeling verloopt. Eind jaar 4 toont de student alle 12 beroepscompetenties op eindniveau aan.