Menu
    English

    Visie werkplekleren

    De centrale positie van het beroepshandelen komt in het curriculum van de lerarenopleidingen expliciet tot uiting in ‘Samen Opleiden’. Dit is een krachtige beroepsvoorbereidende leerlijn waarin studenten onder andere worden uitgedaagd om het geleerde toe te passen in de praktijk tijdens een stage op één van onze (aspirant) opleidingsscholen. Het leren op de werkplek (zie ook Onstenk, 2001) is het uitgangspunt voor de inrichting van het onderwijs bij de tweedegraads lerarenopleidingen (LERO).

    Bij werkplekleren pendelt het leerproces van de studenten voortdurend tussen praktijk en theorie. Dit zorgt ervoor dat studenten de relatie tussen praktijk en theorie benutten. Het werkplekleren geven wij dan ook samen met de opleidingsscholen vorm en we nemen hierin samen de  verantwoordelijkheid  om  onze  studenten  op  te  leiden  tot  bekwame  leraren. Het  samen  opleiden bestaat aan de ene kant uit de individuele begeleiding van studenten op de werkplek. Dit gebeurt door de werkplekbegeleider (WPB) op een school. De WPB geeft de dagelijkse feedback aan de student. Daarnaast is er een programma in de opleidingsschool dat wordt verzorgd door de schoolopleider en de instituutsopleider. In het programma zijn intervisiebijeenkomsten opgenomen en extra cursusaanbod voor de studenten. Iedere opleidingsschool maakt hiervoor een programmaboekje.

    Werkplekleren  betekent  dat  studenten  in  verschillende  contexten  worden  opgeleid.  We  borgen  de basiskwaliteit van contextspecifiek opleiden door het basisprogramma dat voor alle studenten geldt en  in  de  kwaliteit  van  de  begeleiding.  Alle  betrokken  begeleiders  zijn getraind, bijvoorbeeld in het hanteren van principes van modelling en scaffolding.

    Vanuit  verschillende  invalshoeken  maken  we  vertaalslagen:  vanuit  de  theorie,  vanuit  de  praktijk  en vanuit de persoon van de student. De verrassing, verwarring en inspiratie die dit oplevert, dragen bij aan  een  boeiend  leerproces.  In  de  scholen  krijgt  de  student  zicht  op  specifieke  doelgroepen, schoolorganisaties en speerpunten van scholen. De rijke, weerbarstige praktijk leidt tot verwondering en ervaringsleren. Wij  verzorgen  onderwijs waarin  studenten  zich  gaandeweg  bewust  worden  van  de  eigen  stijl  en identiteit,  en  vanuit  daar  leren  effectief te  handelen  als  leraar  in  steeds  wisselende  beroepssituaties. Oefenen met elkaar op het instituut, in de praktijk en reflectie hierop maakt de student steeds bewuster van de eigen stijl en identiteit en de student leert hierdoor effectiever te handelen als leraar. We bouwen daarbij de opleiding zodanig op, dat er sprake is van toenemende complexiteit, toenemende ruimte voor autonomie  van  de  studenten  en  afnemende  sturing.  Deze  gedachte  komt  herkenbaar  terug  in  de handleidingen die we gebruiken bij werkplekleren op de verschillende niveaus.