Menu English

Bedankt en tot nooit meer ziens!

Raad van de Kinderbescherming

Een onderzoek naar de vormgeving van de eindfase van de positief afgeronde werkstraf bij de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam.

Vraagstelling

Het pedagogische karakter van straf is één van de belangrijkste aspecten in het jeugdstrafrecht. De Raad voor de Kinderbescherming werkt aan het bevorderen van de kwaliteit van de werkstraffen, door een methodische aanpak samen te stellen voor de coördinatie van de werkstraf. De werkwijze rondom de eindfase was hierin nog niet gerealiseerd. De hoofdvraag is: Hoe kan de eindfase van de positief afgeronde werkstraf bij de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam worden vormgegeven, in overeenstemming met de landelijke visie van de Raad voor de Kinderbescherming?

Aanpak

Eerst hebben wij onderzoek gedaan naar: 1. Het pedagogische karakter van de werkstraf en de visie en werkwijze van de Raad voor de Kinderbescherming. 2. De taken en functies van de afsluiting van de hulp- en dienstverlening binnen het maatschappelijk werk. 3. De beweegredenen van de Coördinatoren Taakstraffen en de werkwijze van organisaties met dezelfde doelgroep. De uitkomsten hebben wij gecombineerd als de behoefte van de invulling van de eindfase, met de jongere als uitgangspunt. Vervolgens hebben we gezocht naar methoden en technieken die deze behoefte tot uitdrukking laten komen.

Resultaat

De methoden en technieken zijn samengekomen in een multi-methodisch eindfasemodel 'op maat'. Het model bevat uitnodigingen, huiswerkopdrachten, een gespreksmodel en een handleiding. De inhoudelijke onderdelen zijn: ontwikkeling van de jongere, evaluatie van het proces, evaluatie van het resultaat, oriëntatie op de toekomst en afscheid nemen. Tussen “Bedankt” en “tot nooit meer ziens” is nu een theoretisch onderbouwde en praktisch toepasbare eindfase tot stand gekomen, gericht op de (straf)doelen van de werkstraf en met waarborging van het pedagogische karakter.

Opleiding(en)

  • Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Type

Afstuderen

Aan dit project werkten mee

Angel Baegen, I. Boender, Hannah Wesdorp