Boeken bestuderen
- Kijk naar de leerdoelen die horen bij de les waarvoor je de hoofdstukken moet lezen. Houd deze erbij als je gaat lezen.
- Als het boek nieuw voor je is, onderzoek dan (voordat je je in het boek stort) eerst het volgende:
- Wat is de titel van het boek? Waar gáát het boek eigenlijk over?
- Lees het stukje tekst op de achterkant van het boek. Vaak geeft de schrijver al informatie over het doel dat hij/zij heeft met het boek.
- Kijk naar de inhoudsopgave. Wat is de inhoud van het boek?
- Lees per hoofdstuk altijd goed de eerste en de laatste alinea. In de eerste alinea staat waar het hoofdstuk over zal gaan. In de laatste alinea staat vaak een conclusie of samenvatting.
- Kijk ook naar je leerdoelen uit de modulehandleiding en markeer in het boek de informatie die betrekking heeft op die leerdoelen. Het bestuderen zelf kun je ook kunt je als volgt aanpakken:
- Oriënteren, daarna vervolgens:
- Intensief lezen, herhalen, reflectie, controleren, stampen.
- Je kunt ook eens kijken naar snelleestechnieken; check hiervoor: https://www.youtube.com/watch?v=-N338Cep--A en/of https://www.youtube.com/watch?v=3znhGQ9R7WM
- Tenslotte zijn er nog andere studiemethodes (zoals het maken van samenvattingen) die kunnen helpen effectiever te studeren.
Colleges volgen en aantekeningen maken
Kies de fase van het volgen van colleges.
- Even simpel als effectief; lees de hoofdstukken die bij het college horen van te voren goed door.
- Kijk van te voren wat de leerdoelen zijn voor die les en kijk waar in het hoofdstuk de uitleg m.b.t. deze leerdoelen staat. Markeer hierbij de belangrijke gedeeltes en kijk of je de stof goed begrijpt.
- Begrijp je de stof niet? Schrijf je vragen op, dan kun je deze stellen tijdens de colleges.
- Vraag je zelf van te voren af wat je misschien al weet van de leesstof.
- Probeer verbanden te leggen tussen de diverse onderwerpen in het hoofdstuk, ook met de gestelde leerdoelen in de modulewijzer
- De eerste vijf minuten zijn over het algemeen heel bepalend. Hierin wordt vaak het doel van het college uiteengezet.
- Luister naar bepaalde woorden die een bepaalde structuur aangeven (1,2,3/eerst/dan/vervolgens). Gebruik die structuur ook in je notities.
- Durf met kleur te werken (geef daarmee ook belangrijkheid aan)
- Gebruik afkortingen om meer te kunnen noteren
- Wanneer er gezegd wordt; 'zie ook die pagina' of 'zie ook hoofdstuk...' schrijf dit dan zeker op! Dat is vaak relevante info, anders zou de docent er niet naar verwijzen.
- Noteer ook de allerlaatste inhoud van een les (samenvatting, clue, overzicht).
- Doe actief mee tijdens het college! Stel vragen, als je ze hebt. Zit er ook fysieke actief bij, en laat je mobiel even in je tas... 😉
- Moeite om de docent bij te houden? Dit kun je doen:
- Schrijf kort en bondig
- Kort zinnen in: gebruik alleen kernwoorden
- Kort woorden af
- Gangbare afkortingen
- Eigen afkortingen
- Pijlen en andere tekens
- Werken met verschillende kleuren, stiften, markers (moet wel bij je passen)
- Herlees je aantekeningen na de les. Kijk of je ze begrijpt en vul ze eventueel aan.
Tentamens voorbereiden en maken
Kies de fase waarin je zit.
- Verzamel je aantekeningen van de lessen, de powerpoints en andere aantekeningen. Lees deze goed door.
- Check: heb je alle benodigde informatie om je tentamen goed te leren?
- Check nogmaals de leerdoelen. Wat staat er precies?
- Wordt in het leerdoel aangegeven dat je dingen moet 'weten of benoemen'? Dan moet je 'stampen'.
- Moet je zaken 'herkennen'?. Dat moet je weten waar het over gaat en verbanden kunnen leggen met de lesstof. Maar je hoeft het niet allemaal uit je hoofd te leren.
- Samenhang beschrijven? Dan moet je de onderwerpen waar het over gaat goed kennen, bijv. weten wat voor- en nadelen zijn en vooral wat ze met elkaar te maken hebben, hoe ze elkaar beïnvloeden.
- Belang uitleggen van 'maatregel X'? Dan moet je heel goed weten wat het voordeel is van deze maatregelen, voor wie dit van belang is, waarom en wat de gevolgen zijn. Kijk dus goed naar de werkwoorden in de leerdoelen! Deze geven veel informatie over hoe jij de lesstof moet leren.
- Begin op tijd! Het liefst al een paar weken voordat je je tentamen hebt.
- Kies een juiste studieplek kiezen. Is het thuis te druk, ga dan in de mediatheek of bibliotheek studeren.
- Maak tussentoetsen en proeftentamens
- Check ruim van te voren de tentamenomstandigheden (locatie, tijd, benodigdheden)
- Werk met flashcards! Check hiervoor de apps 'Cram', 'Quizlet' of 'Studyblue'.
- Zorg voor een goede conditie, voldoende nachtrust en goede voeding in je tentamenperiode.
Maak je een multiple choice tentamen? Download de multiple choice tentamentips.
- Begin bij makkelijke vragen
- Neem de tijd en blijf rustig
- Markeer kernpunten
- Kijken naar de waarde van de vraag
- Blijf niet 'hangen'; wanneer je geen antwoord weet, ga dan door naar de volgende vraag.
- Werk vragen die je niet snapt, uit op een apart vel; brainstorm met jezelf
- Check ook:
- Heb je de vragen goed geïnterpreteerd?
- Alle vragen beantwoord?
- Alle gegevens gebruikt die je had moeten gebruiken?
- Vragen die je niet wist, even noteren
- Niet dezelfde dag al beginnen met ander vak
- Ontspannen en reflecteren
- Naar de inzage gaan
- Vragen die je onthouden hebt, opzoeken in je boek
- Heb vertrouwen in je antwoorden!
- Neem een pauze na je tentamen
- Jezelf belonen
- Feedback: wat waren je sterke en zwakke punten?
- Tentamenaanpak: wat moet je veranderen?
- Had je bepaalde fouten kunnen voorkomen?
Kijk voor meer tips over types tentamen die er zijn en hoe je die het beste kunt maken bij de studietips van de Universiteit Leiden.