'Jullie zijn allemaal rolmodellen’, aldus minister Jet Bussemaker tegen de aanwezige pabo-studenten met een mbo-vooropleiding. ‘Wij vertrouwen onze kinderen aan jullie toe. Ik wil juffen én meesters voor de klas, met verschillende culturele achtergronden. Als jullie je committeren, dan zullen wij ons best doen om iedereen er doorheen te slepen.'
Gelijke kansen in het onderwijs zijn belangrijk. En als blijkt dat de diversiteit op de pabo’s in de grote steden daalt, is dat iets wat je gezamenlijk moet aanpakken: dat is het signaal dat de ROC’s en pabo’s uit Amsterdam, Den Haag en Rotterdam op dinsdagmiddag 7 maart geven tijdens de lancering van mbo-pabo doorstroomprogramma’s.
Een meerderheid van de aspirant-studenten haalt het toelatingsexamen voor de pabo niet. Dit zijn met name de studenten met een niet-onderwijsgerelateerde mbo-opleiding en een migratieachtergrond.
Ron Bormans, voorzitter CvB van Hogeschool Rotterdam: ‘De kwaliteit van de pabo moet omhoog. De toelatingstoets heeft daarbij geholpen, maar een ongewenst neveneffect is dat bepaalde groepen niet door de toetsen heen komen. Wat we daardoor zien is dat de instroom op de pabo witter is geworden. En dat is geen goede ontwikkeling. Juist in een stad als Rotterdam is die diversiteit voor de klas nodig. Met het doorstroomprogramma willen we juist deze groep studenten vanuit hun mbo-opleiding beter aansluiting laten vinden bij het hbo-onderwijs van de pabo.’
Aan de inhoud van het programma wordt nog volop gewerkt, maar mbo’ers kunnen zich de komende maanden al gaan inschrijven om te starten in september 2017. Vast staat dat het traject plaatsvindt in de periode tussen het afronden van de mbo-opleiding en het starten van de pabo op het hbo. Studenten blijven dan een half jaar langer ingeschreven aan het mbo, maar het onderwijs vindt plaats op een hogeschool in Rotterdam, Amsterdam of Den Haag.
Foto: Roy Borghouts