Een minderheid van mensen adoreert het getal, sommige mensen hebben er een moeilijke relatie mee. Ik zie het getal als een (nuttige en noodzakelijke) uitdrukking van een werkelijkheid, waarbij je je altijd moet realiseren dat het vaak niet meer dan een indicatie is; waarbij je je ook moet afvragen van welke echte werkelijkheid het daadwerkelijk een indicatie is.
Er was een tijd dat mensen in het hbo de vraag “Wat is jullie kwaliteit?” beantwoordden met: “Heel goed, want we groeien”. Een uitdrukking van een manier van denken die we achter ons gelaten hebben. Groei en omvang zijn op zich geen indicaties van kwaliteit. Kwaliteit zit in het onderwijs zelf en indiceer je door docenten, deskundigen, studenten en het beroepenveld te bevragen op die kwaliteit. Waarmee niet gezegd is dat omvang en groei er niet toe doen. In de bedrijfsvoering vormen zij centrale parameters en soms is groei een uitdrukking van je kwaliteit. In voorkomende gevallen streven we ook doelbewust groei na. Zoals bij de Associate degree-opleidingen, de tweejarige opleidingen, vooral bedoeld voor mbo-ers, waarvan we maatschappelijk hebben vastgesteld dat daar grote behoefte aan is. Een brede coalitie van politici daagde ons de afgelopen jaren uit die handschoen op te pakken. En die groei is er dit jaar, bij pionier op dit gebied Hogeschool Rotterdam (waar we heel trots op zijn), maar inmiddels bij meer hogescholen.
Meer Ad-studenten
Landelijk is de instroom van Ad-studenten gegroeid met 35%. Een alert en overtuigend antwoord van het hbo op een maatschappelijke vraag. De instroom voor deze opleidingen bij Hogeschool Rotterdam laat een stijging van ruim 10% zien. Inmiddels is de instroom van Ad-studenten zo’n 10 % van onze totale instroom. Met de aantekening dat het nog steeds gaat om relatief kleine aantallen, groeit vooral een aantal deeltijd techniekopleidingen spectaculair. Waarmee we ook een bijdrage leveren aan de gespannen arbeidsmarkt waar het gaat om technici. Zoals gezegd, meer hogescholen gaan die weg. Voorbeelden zijn Stenden Hogeschool met 384 nieuwe eerstejaars Ad-studenten (+32,9%) of Avans Hogeschool die, met een vergelijkbaar concept als het Rotterdamse, in hun eerste jaar 319 Ad-voltijdstudenten verwelkomt. Daarnaast hebben ze ruim 500 Ad-deeltijdstudenten, iets meer dan vorig jaar.
Fors hogere instroom bij de pabo
Meer goed nieuws, de instroom bij de pabo trekt stevig aan. Door meer gebruik te maken van sociale media bij de werving, door studenten beter voor te bereiden op de toelatingstoetsen en door voor de poort meer te doen aan wat we ‘matchingactiviteiten’ noemen, hebben we een groei weten te realiseren van maar liefst 31%. Matching wil zeggen dat we een betere verbinding zoeken tussen wensen en kwaliteiten van studenten enerzijds en de opleiding en het beroep anderzijds. Een prachtig resultaat, zeker tegen de achtergrond van een dreigend lerarentekort in de regio, maar ook gezien de toenemende druk om ‘iets te doen’ aan de hoge toelatingseisen en strenge cognitieve toetsen tijdens de opleiding -waar we overigens niet aan zullen toegeven. Ook goed nieuws is dat de mbo’er op deze opleiding begint terug te komen: de instroom uit het mbo stijgt met 74%.
Voeg daaraan toe dat vorig jaar meer pabostudenten hun propedeuse haalden en we dus mogen verwachten dat relatief meer mensen gaan afstuderen. Dat mag een meer dan positieve ontwikkeling genoemd worden. Zeker als je bedenkt dat we met een klas begonnen zijn voor mbo’ers die we, omdat hun vooropleiding niet helemaal past, extra voorbereiden – in de vorm van een schakelprogramma – en die in februari zullen gaan instromen. Goed nieuws is ook dat de voltijd instroom bijna voor een kwart uit mannen bestaat en bij de deeltijd voor bijna 40%.
De mbo’er weet ons weer beter te vinden
De hogeschool als totaliteit zet de meerjarige trend door van groei, dit jaar groeit het aantal studenten in totaliteit met 6% (in totaal mag Hogeschool Rotterdam 12.179 nieuwe studenten verwelkomen). We mogen trots zijn op het feit dat het ons elk jaar weer lukt dergelijke forse groeicijfers te accommoderen in meer docenten, meer ruimte en meer voorzieningen. Mag ook wel eens gezegd worden.
Wat betreft de voltijd bacheloropleidingen - met bijna 10.000 nieuwe studenten de grootste categorie – groeien we daarbij weer harder dan Nederland gemiddeld, met een paar opvallende cijfers. We zitten relatief hoog wat betreft de groei van studenten die nieuw zijn in het hbo (HR: 6,8%, NL: 5,4%), we zitten relatief hoog wat betreft studiewisselaars tussen instellingen (HR: 3,1%, NL: 2,6%) en we zitten relatief laag wat betreft studiewisselaars binnen de hogeschool zelf (HR: 3,2%, NL: 5,1%). Eenmaal binnen, lijken studenten sneller op hun plek te zitten.
Begint ons intensief beleid vóór de poort om jonge mensen de beste keuze voor een opleiding te laten maken, zijn vruchten af te werpen? In ieder geval vindt de mbo’er weer meer zijn of haar weg naar onze hogeschool, waar we heel blij mee zijn. Het percentage van de mbo-instroom in de totale instroom is nog niet terug op het niveau van 2014 (33,4%), maar beweegt daar met 31,3% (vorig jaar 29,8%) wel weer naar toe. Ook meer buitenlandse studenten weten Rotterdam te vinden: een groei van 21,6%. Het zijn er totaal zo’n 590, 100 meer dan vorig jaar, waarmee we een mooie balans houden met studenten uit ons eigen land.
Het studiesucces loopt gemiddeld genomen iets op
Onze grote uitdaging: meer jonge mensen met succes naar een diploma begeleiden. Het verhaal is bekend. Studenten hebben zich de afgelopen vijf jaar meer tevreden getoond (met een kleine stagnatie afgelopen jaar), de accreditaties zijn zonder uitzondering succesvol, onze eigen mensen tonen zich gemiddeld tevreden, evenals de organisaties en bedrijven waar onze studenten naar toe gaan. Ons grote vraagstuk zit in het studiesucces: te veel jonge mensen vallen tijdens de studie uit. De meest recente cijfers (peildatum 15/9) tonen een paar lichtpuntjes. Het percentage van studenten dat zijn P in één keer haalt, loopt in 2017 op van 29,7% naar 31,1%. Het aantal dat in het eerste jaar stopt loopt terug van 36,6% naar 35,5% en het gemiddeld aantal studiepunten waar studenten het eerste jaar mee afsluiten is opgelopen van 45,3 naar 46,9. Dat is nog zeker niet een beeld om tevreden mee te zijn, maar de beweging is goed. Ook het vijfjaarsrendement (bij de opleiding waarmee men ook aanvankelijk was gestart) loopt wat op, na vijf jaar van dalen, van 33,4% naar 34,1%. Er zijn indicaties dat de aanwas van langstudeerders stagneert.
Studenten een spiegel voor houden én uitdagen het beste uit zichzelf te halen
We zetten stevig in op de doelstelling om meer jonge mensen met succes naar een diploma te begeleiden. Onder andere door toekomstige studenten een spiegel voor te houden in de vorm van een studiekeuzecheck, die vaak bestaat uit een test, altijd een gesprek en soms additionele activiteiten. Dit jaar deden 13.549 jonge mensen mee aan die studiekeuzecheck. We hebben 79% daarvan positief bevestigd in hun voorkeur voor een opleiding. Tegen 6% hebben we gezegd dat wij twijfelen of het de goede keuze is: we hebben negatief geadviseerd. Tegen 15% (2028 jonge mensen) hebben we gezegd: doe het, volg je hart, ga de opleiding volgen die je gekozen hebt, maar let op…. En dan volgt een hele variatie aan aandachtspunten (je wiskunde, beheersing van de Nederlandse taal, houding, dat er hard gewerkt moet worden, etc.). Het is dan aan de student om daar serieus mee om te gaan. Want wij hebben en voelen een enorme verantwoordelijkheid, maar het is ook aan de studenten zelf om met gedrevenheid te werken aan hun eigen toekomst.
Een weg te gaan
Het getal 99 heeft iets dynamisch, lijkt te verwijzen naar wat komen gaat, de 100. Je kijkt snel over het getal 99 heen naar het onvermijdelijke getal 100. Dat is eigenlijk wel een mooie symboliek voor waar we staan als het gaat om onze doelstelling van studiesucces. We krijgen meer en meer greep op dat vraagstuk. Maar moeten zeker ook nog stappen zetten. Als we kijken naar de getallen – maar zeker ook naar de energie die je proeft bij opleidingen, naar de concrete maatregelen die bijna overal genomen worden – dan lijkt de volgende, positieve stap onvermijdelijk te zijn.
Over de auteur
Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam
Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.
Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.