Menu
    English

    Wereldstedendag de deur uit!

    Blog door Gert-Joost Peek

    31 oktober 2019

    Vandaag is het Wereldstedendag. Dit jaar hebben de Verenigde Naties het thema "De wereld veranderen: innovaties en een beter leven voor toekomstige generaties" voor deze dag gekozen.

    Steden zullen moeten veranderen om de uitdagingen aan te pakken die het gevolg van verstedelijking zijn. De term resilience duikt hierbij steeds vaker op. Niet alleen in relatie tot uitdagingen rondom klimaatverandering en waterveiligheid, maar als een breder begrip dat staat voor een veerkrachtige stedelijke gemeenschap. Een samenleving waarin iedereen in staat is om zijn of haar talenten te benutten en samen gelukkig te zijn. Makkelijk gezegd, maar complex om te realiseren. Zo’n stad vraagt om synergie tussen economie, innovatie, milieu en de gemeenschap van bewoners.

    Toen ik vijfeneenhalf jaar geleden startte als lector Gebiedsontwikkeling en Transitiemanagement was het mijn uitdaging om een praktisch perspectief voor de verandering van de stad te schetsen. Dat werd mijn openbare les met als titel ‘Veranderstad’ waarin ik pleit voor een stedelijke ontwikkeling vanuit de kracht van lokale gemeenschappen vanuit een gedeelde ambitie. Dit in plaats van een marktgedreven ontwikkeling gericht op het realiseren van (woningbouw)productiedoelen. Wie de huidige bouwwoede in de stad gadeslaat, weet dat mijn missie nog niet ten einde is.

    Veranderen begint met onderwijs. Aan het Instituut van de Gebouwde Omgeving leiden we nu de stadsontwikkelaar van morgen op. In mijn openbare les heb ik dan ook aanbevelingen voor het onderwijs opgenomen. Eén aanbeveling is gericht aan de opleiding Facility Management. In tegenstelling tot veel opleidingen binnen het instituut die gericht zijn op het productieproces van stadmaken – met vakken als plannen, ontwikkelen, ontwerpen, detailleren en bouwen – richt Facility Management zich op het gebruik van gebouwen. Zij zetten het perspectief van de gebruiker voorop in plaats van dat van de maker. Dit spreekt me vanuit mijn visie op stedelijke ontwikkeling bijzonder aan. En daarom daag ik in mijn openbare les de opleiding aan de deur uit te gaan. Want juist ook buiten het gebouw is werken vanuit het gebruikersperspectief zeer gewenst . . . op naar een Urban Facility Management.

    In de afgelopen jaren heeft de opleiding deze uitdaging opgepakt. Eerst door het adopteren van één van de stedelijke proeftuinen voor contextrijk onderwijs. Op dit moment werkt Facility Management aan nieuw opleidingsprofiel vanuit de missie ‘het creëren van de meest menselijke gebouwen en gebieden’. Naast de traditionele context binnen het gebouw, verkent de opleiding nu met het werkveld de rol en toegevoegde waarde van (toekomstige) facility managers buiten het gebouw, op een campus, binnen een bedrijventerrein, in een stadswijk, . . . Met recht een spannende zoektocht, maar ook een zeer relevante.

    Er liggen in de stedelijke omgeving namelijk enorme kansen voor het creëren van het contextrijke onderwijs dat we onze studenten zo graag willen bieden. Het gaat dan om meer dan het ‘ophalen’ van een ontwerp- of ontwikkelopgave in de praktijk. Het draait veel eerder om werken vanuit het besef dat de Hogeschool zelf ook onderdeel is van deze stedelijke omgeving en gemeenschappen. Met de inzet van studenten en onderzoekers, maar ook met het bewust kiezen voor locaties voor het huisvesten van haar activiteiten, is de Hogeschool ook onderdeel van stadmaken. En daarmee kan ze bewust bijdragen aan de verandering van de stad. Zo hoeft ‘de toekomstige generatie’ niet af te wachten hoe wij voor hen ‘de wereld veranderen’, maar kunnen ze er zelf een actieve rol in vervullen vanuit een eigen gebruikersperspectief.

    Laten we daarom op Wereldstedendag met al ons onderwijs en onderzoek de deur uit gaan!