Menu
    English

    Netwerken van kunstenaars en vormgevers in Rotterdam

    Functioneren en meerwaarde van creatieve netwerken

    Publicatiedatum: 14 augustus 2015

    We doen onderzoek naar het functioneren van netwerken van kunstenaars en vormgevers in Rotterdam. Waarom vormen zij netwerken en welke meerwaarde hebben deze netwerken voor de deelnemende kunstenaars en vormgevers? Welke aspecten hiervan zijn van belang om mee te nemen in het onderwijs aan WdKA-studenten in de bachelorfase?

    Vergeleken met enkele decennia geleden werken kunstenaars en vormgevers minder vaak alleen en veel vaker samen in netwerken. Ze werken meer buiten de studio en in de samenleving dan vroeger. Waarom doen ze dat, welke rol speelt dit in hun ontwikkeling als kunstenaar en vormgever? In het onderzoek vragen we ons af wat de meerwaarde is van de netwerken waar kunstenaars zich in begeven. Soms beperkt men zich in het netwerk tot collega-kunstenaars en vormgevers, maar meer en meer zien we andere actoren betrokken worden. Welke omstandigheden spelen een rol van betekenis bij de netwerkvorming en over welke faciliteiten en vaardigheden moet de kunstenaar/vormgever beschikken  om netwerken te kunnen vormen? En wat betekenen deze netwerken voor het culturele klimaat en het imago van de stad?

    Wat zijn netwerken? In deze studie gaan we uit van een netwerkperspectief. We oriënteren ons daarbij vooral op het werk van de Vlaamse cultuursociologen Rudi Laermans en Pascal Gielen. In dit netwerkperspectief wordt de wereld van de beeldende kunst en vormgeving opgevat als een flexibel netwerk van betrekkingen, van kleinere netwerken van mensen, organisaties, gebeurtenissen en voorwerpen. Objecten (zoals kunstwerken) en gebouwen (zoals atelierpanden en presentatieplekken) spelen een actieve rol in dergelijke netwerken. Voorts is kenmerkend voor de netwerken van kunstenaars die we onderzoeken, dat ze qua omvang van elkaar verschillen, meer of minder doelgericht zijn, korter of langer bestaan. Sommige netwerken zijn tijdelijk en losjes georganiseerd, anderen zijn hecht en bestaan uit zakelijke en/of persoonlijke banden tussen deelnemers. Sommige netwerken hebben vooral een functie binnen de groep, andere ook of vooral naar de buitenwereld. Sommige zijn plaatsgebonden, andere opereren op stedelijk, nationaal of internationaal niveau.

    We onderzoeken een breed scala aan samenwerkingen: kleinere, vrij coherente groepen kunstenaars als ada en Observatorium; complexere, veelgelaagde netwerken rondom Transformers, raaf en Roodkapje; evenementennetwerken als Route du Nord; studio-organisaties als Atelier van Lieshout; kunstenaarsinitiatieven als SandersGeluk en bad/nac; collectieven als Lastplak en de Bende; sectorale netwerken als Rotterdam Modestad; functionele netwerken als Rotterdam Artists in Residence (RAiR).

    Het onderzoek vindt plaats in de vorm van interviews met deelnemers aan de netwerken. Veelal hebben de netwerken geen leider, chef of directeur. Een vrij informele organisatievorm is een van de kenmerken van de onderzochte netwerken. Dat betekent ook dat deelnemers aan het netwerk verschillende verwachtingen van het netwerk kunnen hebben.

    Een netwerk kan vaak voor de deelnemers verschillende betekenissen hebben. In het onderzoek wordende gegevens geordend op basis van de volgende assen:

    • virtueel/fysiek
    • sterke banden/losse banden
    • lokaal/landelijk
    • Nederland/internationaal
    • kortdurend/langdurig
    • informeel/formeel
    • interdisciplinair/intradisciplinair
    • amateurs/professionals
    • kunst als product/kunst als proces (verandering van een bestaand product))

    De analyse van de gegevens leidt tot kennis over de achtergronden van netwerkvorming van kunstenaars 77 en vormgevers, en kennis over succesfactoren, risico’s en bedreigingen. Deze kennis wordt publiek gemaakt door middel van artikelen en mogelijk een conferentie. De kennis wordt teruggekoppeld naar het onderwijs. In de vorm van een reader met daaraan gekoppeld gastlessen en –colleges, wordt de verzamelde kennis gedeeld met de studenten van de Willem de Kooning Academie en andere relevante opleidingen binnen Hogeschool Rotterdam. Aangezien netwerkvorming van kunstenaars ook elders in Nederland en Vlaanderen wordt onderzocht, worden de resultaten van het Rotterdamse onderzoek ook ingebracht in het landelijke en internationale discours door middel van papers en deelname aan conferenties.

    Medewerker

    Betrokken bij dit project