Menu English

Ouderschap Blijft in Rotterdam

Optimale ondersteuning voor kinderen van vechtscheidende ouders

Publicatiedatum: 01 januari 2015

Rotterdam telde in 2013 maar liefst 185.000 kinderen van gescheiden ouders. Tien procent van alle scheidingen in Rotterdam mondt op dit moment uit in langdurige en ernstige conflicten. Door de moeizame omgang en strijd tussen ouders kan dit bij de kinderen – tot ver in hun volwassenheid – onder meer leiden tot psychische problemen, overmatig alcoholgebruik en tienerzwangerschap.

Toon:

Projectbeschrijving

In de studie Ouderschap Blijft in Rotterdam werd onderzoek verricht naar de onbedoeld negatieve neveneffecten van kindgerichte interventieprogramma’s. In dit onderzoek richtten de onderzoekers zich specifiek op het proces van gedeelde besluitvorming. Wanneer aan het proces van gedeelde besluitvorming binnen interventies niet optimaal wordt vormgegeven, beïnvloedt dit het effect van het ondersteuningsaanbod negatief.

Doelgroep

Jaarlijks komen 3.500 kinderen in de knel te zitten tussen vechtscheidende ouders. Ongeveer 16.000 kinderen ervaren ernstig last van de vechtscheiding van hun ouders. Bij vechtscheidingen worden kinderen belast met chronische conflicten tussen ouders, is er sprake van afgenomen kwaliteit van opvoeden en van verslechterde communicatie, is er gebrek aan of afgenomen toezicht, ouderlijke psychopathologie en is er sprake van een chaotisch gezinsleven en verslechterde ouder-kindrelaties.

Het meemaken van een vechtscheiding heeft aanzienlijke negatieve gevolgen voor kinderen, zoals het oplopen van achterstand in de ontwikkeling, een hogere kans op het vertonen van delinquent en agressief gedrag, een laag zelfbeeld, depressieve klachten, problemen in vriendschapsrelaties, een zwakke band met ouders en problemen op school. Gestagneerde omgang en strijd tussen ouders tijdens de kindertijd kunnen tot ver in de volwassenheid leiden tot psychische problemen, overmatig alcoholgebruik, problematische relaties en scheidingen binnen eigen relaties.

Onderzoek

Alhoewel er op dit moment diverse kindgerichte interventieprogramma’s worden aangeboden om specifiek kinderen in vechtscheidingssituaties te ondersteunen, blijken deze interventies onbedoelde negatieve neveneffecten te sorteren. Het is van groot belang om meer wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar deze onbedoelde negatieve neveneffecten, teneinde deze zoveel mogelijk te reduceren en daarmee zoveel mogelijk kinderen van kindgerichte interventieprogramma’s te kunnen laten profiteren.

De onderzoekers van Kenniscentrum Zorginnovatie hebben samen met studenten binnen de minor Opvoedschakels en een studente Pedagogische Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam gewerkt aan focusgroepen en een Q-sort studie met kinderen die in vechtscheidingssituaties verkeren. De onderzoekers hebben kinderen die participeerden in een kindgerichte interventie bevraagd naar hun opvattingen over en ervaringen met de verschillende fasen van gedeelde besluitvorming, tijdens hun deelname aan kindgerichte interventies. Deze opvattingen en ervaringen zijn later omgezet in stellingen, welke door de kinderen in (v)echtscheidingssituaties geprioriteerd zijn aan de hand van de Q-sort methodologie. Op deze wijze beogen de onderzoekers inzicht te krijgen in hun wensen en behoeften.